Doorrijder ongeval Achterveld hoort 100 uur werkstraf eisen
ARNHEM - De 61-jarige Scherpenzeler B. W. heeft vrijdag voor het gerechtshof in Arnhem in hoger beroep een werkstraf van honderd uur tegen zich horen eisen wegens doorrijden na een ongeval.
W. wordt ervan verdacht in 2003 op een weg in Achterveld een man te hebben overreden. Vervolgens zou hij zijn doorgereden naar huis. Justitie in Arnhem eiste naast de werkstraf een rijverbod voor de duur van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk.W. werd door de Utrechtse rechtbank veroordeeld tot een werkstraf van honderd uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar, waarvan een halfjaar voorwaardelijk. Tegen dit vonnis stelde de Scherpenzeler hoger beroep in, omdat hij naar eigen zeggen onmogelijk een werkstraf kan uitvoeren en bovendien niet zonder zijn rijbewijs kan.
W. was in de nacht van 11 op 12 oktober 2003 in de auto op weg van een Achtervelds café op weg naar zijn huis in Scherpenzeel. Hij had ongeveer zes biertjes gedronken. Bovendien is de weg waar hij overheen reed niet verlicht en was het die nacht mistig. Tijdens de zitting vertelde W. aan het hof dat hij onderweg een man had zien lopen langs de kant van de weg. „Op een gegeven moment leek het alsof ik over een verkeersdrempel heen reed. Maar er ligt wel eens afval op die weg, dus dan denk je niet meteen aan een persoon”, aldus de verdachte. Hij was niet gestopt om te kijken waar hij overheen was gereden.
Het slachtoffer werd een tijdje later ontdekt door passanten. Hij was zwaargewond, en heeft enige tijd op de intensive care en in een revalidatiecentrum doorgebracht. Van de auto van de Scherpenzeler was een stuk van de spoiler afgebroken. Dat dit in die bewuste nacht in 2003 zou zijn gebeurd, ontkende W. tijdens de zitting.
De advocaat-generaal meende dat het niet uit te sluiten is dat het slachtoffer die nacht al eerder was aangereden door een auto. Desondanks benadrukte hij dat W. bewust met te veel drank op achter het stuur was gekropen en had kunnen stoppen op het moment dat hij merkte dat hij over iets heen reed. De advocaat van de Scherpenzeler pleitte voor vrijspraak. „Dat mijn cliënt over iets heen gereden is, hoeft niet te betekenen dat hij over een mens is gereden”, aldus de raadsman.
De uitspraak is over twee weken.