Inburgering ook voor vluchteling
DEN HAAG - In het nieuwe inburgeringsstelsel moeten ook vluchtelingen een aanbod krijgen van hun gemeente om in te burgeren. Een Kamermeerderheid van CDA, PvdA en D66 gaat dat maandag voorstellen aan minister Verdonk.
Dat heeft CDA-Tweede Kamerlid Sterk, de indiener van het amendement, vrijdag gezegd. De Tweede Kamer praat maandag over het omstreden wetsvoorstel.In de plannen van Verdonk mogen gemeenten voortaan alleen een aanbod doen aan werklozen, geestelijk bedienaren en vrouwen in een achterstandspositie. Zo’n inburgeringstraject is dan gratis. Andere migranten moeten zorgen dat zij op eigen kosten een inburgeringsexamen halen.
Het CDA wil ook dat de exameneisen voor oudkomers omhooggaan. Dat zijn immigranten die al voor 1997 in Nederland aankwamen. Zo vindt Sterk dat oudkomers hetzelfde niveau als nieuwkomers moeten hebben voor wat betreft schrijven en lezen. Voor oudkomers zouden wel ontheffingen moeten komen.
PvdA-Kamerlid Dijsselbloem denkt dat de verscherping te ambitieus is. Volgens hem leidt dat tot meer mensen die zakken voor de toets. „Je moet wel realistisch blijven. Nogal wat mensen onder de oudkomers hebben nog nooit een pen vastgehouden”, aldus Dijsselbloem. Sterk vindt in dat geval dat gemeenten ook de mogelijkheid moeten hebben deze personen in het voortraject een alfabetiseringscursus te geven.
Het kabinet stemde vrijdag in met een extra regeling om allochtone vrouwen te laten inburgeren. Het gaat om vrouwen die nog niet een inburgeringsprogramma volgen op grond van een van de nog geldende oudkomersregelingen. Zij moeten net als andere allochtonen kennis verwerven van de Nederlandse taal en samenleving en aan het eind van de cursus een examen afleggen.
De regering heeft voor de kleinere gemeenten 8 miljoen euro beschikbaar gesteld. Voor 31 grotere gemeenten is 14 miljoen euro opzij gelegd. Gemeenten mogen zelf bepalen hoe zij het inburgeringstraject vorm geven.
De extra regeling is een vervolg op het actieplan TaalTotaal van de commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen, een werkgroep waarin prinses Máxima actief was.