Negen op de tien ouders gebruiken momenteel de Kijkwijzer, het beoordelingssysteem voor films, dvd’s en video’s. Het systeem geeft aan of een audiovisuele productie schadelijk kan zijn voor kinderen en tot welke leeftijd het negatieve kijkadvies geldt.Twee jaar geleden maakte nog driekwart van de ouders gebruik van de Kijkwijzer. Ouders met jonge kinderen (3 tot 8 jaar) raadplegen hem vaker dan ouders met kinderen tussen de 9 en 15 jaar.

Ook het vertrouwen in de Kijkwijzer is gegroeid. Had in 2004 zo’n 83 procent van de ouders vertrouwen in het systeem, dit jaar is dat aantal gestegen naar 93 procent.

De waardering van ouders voor de Kijkwijzer sluit volgens het daarvoor verantwoordelijke Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (Nicam) aan bij de conclusies van het rapport ”Wijzer Kijken”. De door de staatssecretarissen Ross en Van der Laan ingestelde commissie jeugd, geweld en media oordeelde eind vorig jaar dat het systeem van zelfregulering via de Kijkwijzer goed functioneert.

Het kabinet stemde vrijdag op de meeste punten in met dit rapport. Zo nam het de aanbevelingen van de commissie over om het systeem te verbeteren door de invoering van een extra leeftijdscategorie van 9 jaar.

Het Nicam wil eerst kijken of de nieuwe leeftijdscategorie in de praktijk hanteerbaar is en of er een wetenschappelijke onderbouwing aan kan worden gegeven. Mogelijke invoering wordt niet eerder verwacht dan eind volgend jaar.

Het Nicam probeert samen met een aantal populaire muziekzenders tot een betere afstemming van het classificatiebeleid van muziekclips te komen. Zo bestudeert de wetenschapscommissie van het Nicam of bij de beoordeling van videoclips rekening kan worden gehouden met de uitbeelding van man-vrouwrelaties.