Nieuwe EU-landen eisen vlottere invoering euro
LUXEMBURG (ANP) – De tien landen die twee jaar geleden lid zijn geworden van de Europese Unie, vinden dat ze veel te streng beoordeeld worden wanneer ze hun eigen munteenheid willen inruilen voor de euro. Ze eisten woensdag tijdens een EU–vergadering van ministers van Financiën in Luxemburg een andere interpretatie van de bestaande regels.
Daarmee kwamen de nieuwe lidstaten lijnrecht tegenover de vijftien „oude" EU–landen te staan. Die willen een strikte handhaving van de criteria om de euro te mogen invoeren. De strenge regels zijn ooit vastgelegd om te voorkomen dat de euro een zwakke munt wordt.De kwestie is actueel geworden omdat Litouwen enkele weken geleden van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, te horen kreeg dat het nog niet rijp is voor de euro. Weliswaar floreert de economie en is de staatsschuld meer dan drie keer zo klein als gemiddeld in de eurolanden, maar de inflatie zit zegge en schrijve een tiende procent boven de norm.
„Er was veel discussie over de interpretatie, maar het Europees verdrag is heel helder", vatte minister Gerrit Zalm het verloop van de gesprekken samen. „Op korte en ook langere termijn zie ik nog geen verdragswijziging, dus zullen we het hiermee moeten doen. Ik denk dat de Commissie en de Europese Centrale Bank op het nette manier hun conclusie hebben getrokken". Zalm denkt dat meer uitleg over het systeem „veel kou uit de lucht kan halen".
Tijdens het debat stelden veel van de nieuwe landen dat eind jaren negentig, toen de eerste lijst met eurolanden werd vastgesteld, bepaalde criteria veel minder streng golden. Zo was de staatsschuld in de meeste eurolanden hoger dan toegestaan. Bovendien klaagden sommige landen dat de regels in een heel andere economische context zijn vastgelegd, begin jaren negentig.
Maar de Duitse minister Peer Steinbrück wilde niet horen van morrelen aan de regels. „We zijn de criteria van Maastricht toch niet in twijfel aan het trekken?“, vroeg hij. Samen met andere oude lidstaten bestreed hij het idee dat de eurolanden liever geen nieuwe leden willen. „Het is geen besloten club”.
Deze zomer zullen de hoogste ambtenaren van de ministeries van Financiën de zaak nog eens bespreken. Dan zullen ze een precieze uitleg formuleren van de criteria. „Dat zal echter niks veranderen", interpreteerde een diplomaat de uitkomst.