Protestant fietst meer dan katholiek
UTRECHT - Het lijkt erg tegenstrijdig. De Fietsersbond heeft een auto aangeschaft. „Het was wel een paar keer slikken.”
Voor het eerst in haar dik dertigjarige bestaan beschikt de belangenorganisatie van fietsend Nederland over een auto. „’t Is even wennen”, erkent projectleider Frank Borgman. De aankoop is niet zonder slag of stoot gegaan. „Toen we de directie voorstelden een auto aan te schaffen, zeiden ze: Dat méén je niet!” De keus is uiteindelijk gevallen op een Ford Focus station. Met trekhaak. Kunnen achter op de Twinny Load toch nog een paar fietsen mee.De Fietserbond zet het voertuig vanaf vandaag in voor een nieuw grootschalig onderzoek naar het fietsklimaat in Nederland. Staatssecretaris Van Geel heeft vanmorgen in Den Haag de aftrap gegeven voor deze Fietsbalans-2.
Zes jaar geleden heeft de bond de fietsvriendelijkheid van 125 gemeenten voor het eerst beoordeeld. Medewerkers hebben daarbij onder andere 10.000 kilometer aan fietspad tegen het licht gehouden. Borgman heeft zelf zo’n tien tot vijftien gemeenten bekeken op de fiets. „Zo’n 60 tot 70 kilometer per plaats. Het is elke keer weer spannend wat je tegenkomt.”
Een speciaal ontwikkelde fiets staat opnieuw in de startblokken. Het rijwiel -het vierde op rij- is volgebouwd met technische snufjes. Achterop een microfoon, voorop een camera, een snelheidsmeter, een tijdregistratiemeter. In een kanariegele kunststof koffer op de bagagedrager bevindt zich een laptop. Bovenop is een gps-ontvanger gemonteerd. „Hiermee kunnen we overal en altijd exact zien waar we zijn.”
De meetapparatuur legt elke hobbel en bobbel vast, registreert het soort wegdek, telt het aantal verkeerslichten en turft de gemiddelde wachttijd per verkeerslicht. Ook de breedte van een fietspad en de afstand tot eventuele paaltjes in de berm worden gemeten. Alle gegevens verdwijnen nog tijdens de rit in de laptop.
De verschillen per gemeente zijn groot, weet Borgman uit het eerste onderzoek. Veenendaal en Groningen staan bovenaan, Rotterdam en Heerlen bungelen onderaan. „De fietsvriendelijkheid is niet afhankelijk van de politieke kleur van de gemeente. Een fiets is niet links of rechts. Zwolle scoorde goed onder een CU-wethouder, Groningen met een VVD’er, Houten met een lokale partij.”
Protestanten fietsen meer dan katholieken. De vanouds protestantse delen van het land hebben ook een beter fietsklimaat dan de katholieke. Borgman ziet twee verklaringen. „Katholieken zijn bourgondischer ingesteld dan protestanten. Dat uit zich ook in het middel waarmee ze zich verplaatsen. Bovendien was de armoede onder katholieken historisch gezien groter dan onder protestanten. Katholieken hechten daardoor nu meer waarde aan hun verworvenheden.”
Met de meetfiets én de meetauto wil de belangenorganisatie vastleggen welke vooruitgang sinds de eerste Fietsbalans is geboekt én wat de concurrentiepositie van beide vervoermiddelen is. De verwachtingen zijn hooggespannen. „De aandacht voor de fiets groeit.” Het aantal afgelegde fietskilometers per jaar is gestegen van 13 miljard in 2002 naar 14,4 miljard in 2005.
De onderzoekers kijken verder voor het eerst aan welke vervuiling fietsers en automobilisten worden blootgesteld. „Gezondheid en fietsgebruik staan dit keer centraal.”
Borgman pakt een rugtas. Daarin bevinden zich twee apparaten om fijnstof te meten. „We willen weten of er verschil is tussen de luchtkwaliteit in de auto of op de fiets.” De Fietsersbond snuift daarbij de uitstoot van schadelijke stoffen op een bepaalde route op.
De meting beperkt zich tot een enkele middag per gemeente. De bond denkt daarmee toch „wetenschappelijk verantwoorde” resultaten te kunnen presenteren. „De meetmethode is ontwikkeld in samenwerking met het IRAS, het Institute for Risk Assessment Sciences. Prof. Brunekreeft, een autoriteit op het gebied van milieuepidemiologie, werkt mee.” Niet zonder reden. „Als belangenbehartiger moeten wij in onze onderzoeken roomser zijn dan de paus.”
De projectleider verwacht dat de betrouwbaarheid van het onderzoek vergelijkbaar is met die van een gezaghebbend instituut als TNO. „Dit is een uniek onderzoek. Nog nooit is de vervuiling waaraan een automobilist of een fietser blootstaat, mobiel vastgelegd.” Dat de meting zich beperkt tot één middag is volgens hem geen probleem. „Het is een steekproef. Bovendien is het verkeersbeeld meestal redelijk hetzelfde.”
De Fietsersbond werkt graag aan meer ruimte voor het rijwiel. De vrijheid van de auto loopt tegen grenzen aan, vindt Borgman. „Mijn gezondheid en die van mijn buurman gaan boven de wens van de automobilist om altijd en overal zijn voertuig te kunnen gebruiken.”