„Cellencomplex Schiphol was brandgevoelig”
HAARLEM - Het cellencomplex op Schiphol-Oost, waar vorig jaar oktober bij een brand elf mensen om het leven kwamen, maakte een „brandgevoelige” indruk.
Dat betoogde een beveiligingsmedewerker vrijdagmorgen bij de rechtbank in Haarlem. Hij werd als eerste gehoord in een zogeheten voorlopig getuigenverhoor. Enkele advocaten hebben namens betrokkenen een procedure tegen de staat aangespannen.De wachtcommandant, die vrijdagmorgen als eerste zijn verhaal deed, kreeg de indruk dat het cellencomplex niet al te solide in elkaar stak. Hij had het idee dat de gangen in het complex kraakten en vermoedde dat de vloer uit licht ontvlambaar triplex bestond.
De wachtcommandant, die in januari 2005 in dienst trad bij het cellencomplex op Schiphol-Oost, meldde vrijdagmorgen verder dat zich in alle gangen en cellen rookmelders bevonden. Die rookmelders gaven nogal eens vals alarm als bijvoorbeeld heet water te veel stoom veroorzaakte of wanneer er sigarettenrook in de cel was.
De getuige zei dat er in de driekwart jaar dat hij op Schiphol-Oost werkzaam was, eenmaal daadwerkelijk een ontruimingsoefening is gehouden. De oefeningsleider gaf als devies mee: Je moet bij een calamiteit naar eigen inzicht handelen en je eigen veiligheid vooropstellen, omdat je anders andere mensen niet kunt redden.
Enkele malen is er in de maanden voorafgaand aan de brand vergaderd over de aanpak van calamiteiten. Bewakers kregen instructies van een wachtcommandant of van de brandweer. Volgens de getuige werd er onder zijn ploeg mensen regelmatig over een eventuele calamiteit gesproken. Het onderwerp kwam volgens hem ongeveer twee keer in de week ter sprake.
Een van de procedures bij een melding van een brand is dat een bewaarder eerst door het luikje kijkt hoe ver de brand in een cel zich heeft ontwikkeld. Als de nood hoog is, gaat de celdeur open en dient de bewaarder de brand proberen te blussen.
Bij een brandmelding op het cellencomplex krijgt de portier via een display op een paneel door middel van een rood lampje en een piepsignaal de melding dat er een calamiteit is. Diezelfde gaat tegelijkertijd naar de brandweer. Die zal contact opnemen met de portier met de vraag of de melding echt is.
De wachtcommandant beweerde vrijdagmorgen dat de brandpreventie in het cellencomplex op Schiphol goed was geregeld. Zo waren er in elke vleugel brandblussers en blusdekens aanwezig. „Bewaarders weten wat ze moeten doen bij een brand.”