Almere vertraagt voorbereiding Zuiderzeelijn
Het Rijk en de betrokken provincies en gemeenten tekenen voorlopig geen overeenkomst voor de financiering van de toekomstige Zuiderzeelijn van Schiphol naar Groningen. Dit zou begin deze maand gebeuren, maar is nu zeker tot september uitgesteld, omdat de gemeente Almere dwars ligt.
Dat heeft minister Netelenbos van Verkeer vrijdag aan de Tweede Kamer geschreven. Provincie- en gemeentebesturen waren juist na lang onderhandelen een verdeling van de kosten overeengekomen. De gemeenteraad van Almere oordeelde echter eind vorige maand dat die stad weinig aan de spoorlijn heeft en daarom niet de gevraagde 49,9 miljoen euro zal betalen.
De Provinciale Staten van Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland gingen wel akkoord. De provincies betalen respectievelijk 245 miljoen, 200 miljoen, 51 miljoen en 33 miljoen euro als de lijn als magneetzweefbaan wordt aangelegd. Als er op basis van wat het bedrijfsleven te bieden heeft toch voor een ’gewone’ hogesnelheidslijn (HSL) wordt gekozen, betaalt de regio minder.
Het Rijk heeft 2,73 miljard euro voor de verbinding gereserveerd. Behalve Almere zijn alle gemeenten die mee zouden betalen aan de Zuiderzeelijn akkoord gegaan.
De Almeerse wethouder Bijl, die wel voor een bijdrage aan de trein was, heeft eerder uitgelegd dat de gemeenteraad vooral heeft tegengestemd uit frustratie dat het kabinet geen oor had voor de voorwaarden die Almere aan het project stelde. Almere mist bovendien steun van het Rijk bij het opvangen van de explosieve groei die de gemeente doormaakt, zo schijft Netelenbos vrijdag.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat gaat nu samen met Almere de verkeersknelpunten rondom Almere in kaart brengen als onderdeel van de uitwerking van het zogenaamde Integraal Ontwikkelingsplan Almere. De resultaten hiervan moeten de gemeenteraad gunstig stemmen. Het college van burgemeester en wethouders doet in september een nieuwe poging om de gemeenteraad te overtuigen van het nut van de financiële bijdrage aan de Zuiderzeelijn.