Minister Peijs (Verkeer) deed in een eerste reactie geen enkele toezegging aan de Kamer. Zij legde de bal bij de Kamer. Die had immers aangedrongen op een „zorgvuldig en zakelijk” onderzoek „zonder emotie” naar nut en noodzaak van snel spoor naar het noorden. Het kabinetsbesluit was daarvan het logisch gevolg, redeneerde de minister.„Wij zijn niet echt overtuigd van het ontbreken van nut en noodzaak van de aanleg van de lijn", zei CDA–fractiewoordvoerder Eddy van Hijum. VVD–collega Pieter Hofstra viel hem bij, om uiterlijk september of oktober een definitief besluit over het lot van de ZZL te kunnen nemen.

De PvdA schrijft de snelle spoorlijn ook nog niet af. „We gaan voor de hogesnelheidstrein", aldus Sharon Dijksma.

Volgens het CDA kan een spoorlijn de economie in het noorden versterken. Dat is niet zonde van het geld. „Infrastructurele versterkingen verdampen niet op termijn." De ruim 2,7 miljard euro, die het kabinet voor een ZZL opzij heeft staan, moet daarom vooralsnog niet aangetast worden, aldus Van Hijum.

Hofstra wil een studie naar een hogesnelheidstrein (HST), een variant die het noorden bepleit die met een snelheid van 250 kilometer per uur de huidige reistijd tussen Groningen en Schiphol met 63 minunten kan bekorten.

De PvdA is voorzichtig positief over een HST, maar wil nog niet definitief ja zeggen. „Een versoberde HST moet een echte kans krijgen", meent Dijksma. Nader onderzoek is volgens de grootste oppositiepartij nodig. Dijksma oordeelt positief over een HST, „totdat het tegendeel bewezen is."

Het kabinet, dat met vier bewindslieden het debat bijwoont, kreeg volle steun van de kleinste coalitiepartij D66 en de LPF om op een andere manier het noorden te steunen, en af te zien van snel spoor. „De ZZL stopt niet in Groningen, maar in Den Haag", aldus LPF’er Max Hermans. De maatschappelijke kosten wegen niet op tegen de baten.