In het kader van de Agenda Vitaal Platteland krijgen lagere overheden meer zeggenschap over het plattelandsbeleid. Ze moeten echter ook meehelpen een aantal rijksdoelen uit te voeren, zoals de inrichting van nationale landschappen en de aanleg van wandel- en fietspaden. De provincies krijgen daar geld voor, maar naar eigen zeggen veel te weinig.De Kamer legde deze kritiek woensdag voor aan minister Veerman. Die is er niet van onder de indruk. Voor de uitvoering van de rijksdoelen krijgen de provincies genoeg geld, vindt hij. Tot op heden blijft er zelfs geld over. „Mijn grootste zorg is daarom niet het geld, maar of het de provincies lukt de doelen te halen.” Mocht halverwege de termijn van 2007 tot 2013 blijken dat er toch te weinig geld is, dan is daar wellicht een mouw aan te passen, stelde de bewindsman woensdag.

Hij betoogde verder dat de provincies vaak meer willen doen dan het Rijk voorschrijft. Dat kan, aldus Veerman, „maar voor die tierelantijnen moeten ze dan maar zelf betalen.” Hij kondigde aan dat hij de Kamer ieder jaar via rapportages zal laten weten hoe de provincies de uitvoering van de rijksdoelen gestalte geven.

Ook bij de aanleg van de ecologische hoofdstructuur, een aaneengesloten netwerk van natuurgebieden, klinkt de klacht dat daar te weinig geld voor is. „We moeten nu even niet zeuren dat er te weinig geld is”, vindt Veerman, „maar de hand aan de ploeg slaan.” Hij deelde de Kamer mee dat particulier natuurbeheer „stevig groeit.”

Tegen CDA-Kamerlid Schreijer-Pierik zei de bewindsman dat hij zal bekijken hoe hij de bibliobus op het Zeeuwse platteland kan ondersteunen. De CDA’er vindt dat die bus een stimulans moet krijgen, omdat het een goede manier blijkt om mensen samen te brengen.