Apeldoorner bekent nieuwe ontuchtzaak
ZUTPHEN - Een 21-jarige Apeldoorner heeft dinsdag voor de rechtbank nieuwe ontuchtzaken bekend. Tegen hem is 21 maanden cel geëist, waarvan zeven maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van drie jaar.
De rechtbank in Zutphen heropende dinsdag een ontuchtzaak uit Apeldoorn. In januari werd de zaak verdaagd, omdat er geen duidelijkheid was over eventuele behandelmogelijkheden voor de man.De inmiddels 21-jarige verdachte lijdt aan een vorm van pedofilie waarbij de kans op herhaling groot is. De verdachte is licht verminderd toerekeningsvatbaar.
Zeker twintig kinderen uit Apeldoorn hebben aangifte gedaan van ontuchtige handelingen, die tussen 2003 en 2005 al dan niet onder dwang zouden zijn gepleegd. Dinsdag gaf de verdachte voor het eerst toe dat er ook sprake is geweest van vergaand seksueel contact. Justitie acht deze zaak echter niet bewezen. De Apeldoorner heeft inmiddels spijt betuigd en wil schoon schip maken.
Dinsdag bleek er nog altijd geen duidelijkheid te bestaan over de noodzakelijke behandelingen. De verdachte moet volgens deskundigen worden opgenomen in het GGNet in Warnsveld, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Tegelijkertijd zou hij voor een specialistische aanpak van zijn pedofiele neigingen een langdurige dagbehandeling in De Tenderkliniek in Utrecht moeten volgen. De verzekeraars weigeren echter deze twee behandelingen te vergoeden. De budgetten zouden door de AWBZ-regels beperkt zijn.
Omdat er geen begin- en einddatum van de noodzakelijke behandeling bekend is, kon de officier dinsdag geen behandeling in haar eis opnemen. Ze eiste wel reclasseringstoezicht op de verdachte. Met de weigering van de verzekeraars om twee behandelingen te betalen, dreigt de verdachte na het uitzitten van zijn straf weer -onveranderd- op straat te komen staan. „Hier dreigen de maatschappij én mijn cliënt de dupe te worden”, aldus advocaat L. J. Steenbergen na afloop. De verdachte wil graag een behandeling ondergaan.
De raadsman vroeg de rechter dinsdag in zijn vonnis dan ook ruimte te geven aan zijn cliënt om eventueel via een kort geding geld voor beide behandelingen af te dwingen. De rechtbank doet op 13 juni uitspraak.