Docent J. Woudstra van de Gomarusscholengemeenschap in Gorinchem vindt het een verarming van zijn vak. „Vroeger lag de nadruk te eenzijdig op kennis. Nu is er meer aandacht voor vaardigheden, voor de toepassing van kennis, voor inzicht, maar de balans is doorgeslagen. Je hoort docenten van andere vakken daar ook over mopperen.”Dat blijkt. Een verdieping lager heeft ir. J. W. Kortleven het havo-examen biologie bekeken. „Een beetje slap”, oordeelt hij. „Veel tekst waar je informatie uit moet halen. Parate kennis wordt weinig gevraagd. Het lijkt soms meer op een examen leesvaardigheid dan op biologie.”

Die laatste zin komt ook bijna letterlijk uit de mond van zijn leerlingen. Dineke, Barbara, Sanne en Suzanne zitten beneden in de hal uit te puffen, op de grond. „Lange teksten waarin je kleine feitjes moest zien te vinden. Het ging ook veel over hetzelfde. Niet alles kwam aan bod.”

Kortleven bevestigt het: „Zoals ik verwachtte: overdreven veel vragen over ecologie. Anatomische zaken kwamen weinig aan de orde.” De Gomarusdocent stoorde zich aan de dubbelloop. „Vraag 2 ging over voedselpiramides, 44 en 45 ook. Vraag 7 en 15 gingen over hetzelfde, 1 en 30 idem dito”, somt hij op. „Slordig.” En ten slotte: „Bij twee vragen stond een tekstje met ingewikkelde begrippen die je vervolgens helemaal niet nodig had.”

Havo en vwo hadden maandagmorgen ”tehatex” (tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen) op het programma staan. Leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo kregen vragen over het vak Nederlands voorgelegd.

Voor de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerwegen (kb en gt) stond aardrijkskunde op het rooster. De meningen zijn na afloop verdeeld. Geraline vond het makkelijker dan ze verwachtte, Corine vond het moeilijker dan vorig jaar, toen ze hetzelfde examen deed. Volgens Henrieke en Arnold was het vooral anders dan de tentamens. Docent Woudstra stelt dat de examenmakers niet te veel in kleine details moeten verzanden.

De leerlingen op de Gomarus doen hun examens dit jaar gedeeltelijk in klas- en computerlokalen. „We vinden de gymzaal wel erg massaal”, zegt directielid drs. F. Kamerman. „Ook de leerlingen zijn positief over het examineren in kleinere ruimten. Bijkomend voordeel is dat we minder gymlessen van het rooster hoeven te schrappen.”

„Ideaal”, vindt ook docent Kortleven. „Het is er rustig en sommige lokalen hebben airco. Er is minder geloop en meer toezicht.” „Logistiek is het wel een hele operatie”, vindt conciërge A. van den Steenhoven. „Koffie, papier, we moeten er nu de hele school mee door.”

Buiten rijdt ’t IJsmanneke klingelend weg. Binnen buigen de kb- en gt-leerlingen zich, zonder ijsje, over het examen Nederlands. Ook hier heel wisselende reacties -van makkelijk tot moeilijk- bij acht, negen leerlingen die de zaal uitkomen. Van de 120 leerlingen mochten er 32 hun antwoorden op de computer intypen. Bij een aantal van hen was het slechte handschrift de reden. „Wat mij betreft komt er een handschrifttoets aan het begin van de brugklas”, zegt docent H. P. Bezemer. „De handschriften gaan steeds verder achteruit.”

Examen doen op de computer heeft voordelen. „Tussenvoegen, verplaatsen, woorden tellen, het is allemaal makkelijker”, somt Bezemer op. „En ze hebben de spellingcontrole aan staan.” „Daar trekken sommigen zich niets aan”, zegt een systeembeheerder die een oogje in het zeil hield. „Dan komen er kringeltjes onder te staan, maar ze typen gewoon door.”

Bezemer is positief over de lengte van het examen. „Vorig jaar was het veel te lang.”

Engels hield de vwo’ers vrijdagmiddag bezig. „Een redelijk pittig examen”, zegt docent P. Trouwborst. Positief noemt hij dat sommige vragen de leerling dwingen de tekst in zijn geheel te lezen, dat de vraagstelling afwisselend was en dat de onderwerpen zich niet al te veel buiten de belevingswereld van de leerling bevonden. „Twee medische teksten is wel wat te veel van het goede. En soms moest er voor het behalen van één punt vrij veel tekst gelezen worden.”

Kijk voor meer examennieuws op Yord.nl.