Wat dat laatste betreft heeft Griffith (40) een andere stijl dan haar deze week opgestapte voorganger Ayaan Hirsi Ali, die ze per 1 juni opvolgt. Griffith, de tweede van vijf dochters van een voetballer en een onderwijsambtenaar, kwam in 1987 uit haar geboorteland Suriname naar Nederland om in Amsterdam rechten te gaan studeren. Van 1993 tot 1995 werkte ze bij het ministerie van Justitie.Daarna was ze drie jaar secretaris van de toenmalige voorzitter van het college van procureurs–generaal, Arthur Docters van Leeuwen, die zich recent als aspirant–Kamerlid heeft aangemeld bij de VVD. In 1998 keerde Griffith terug naar het ministerie.

Vroeger droomde ze ervan officier van justitie te worden. Maar in plaats daarvan werd ze politica. Het wethouderschap in Amsterdam (financiën en economische zaken) was haar eerste bestuurlijke functie. Ze gaf toe dat ze tot haar benoeming nooit eerder in de raadszaal van het stadhuis was geweest. De portefeuille die ze onder haar hoede kreeg, was nieuw voor haar. Terwijl haar collega’s vorige zomer vakantie vierden, dook Griffith in de dossiers om kennis op te doen over haar nieuwe werkterrein.

In de hoofdstad ging de politica ook de boeken in als de eerste zwarte vrouwelijke lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen. Maar dat mocht niet baten: de liberalen verloren een zetel en kwamen voor het eerst in zestien jaar niet in het college. De wens van Griffith om verdere invulling te geven aan haar pas verworven baan als wethouder, viel in duigen.

Voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen beloofde ze echter dat ze de volle vier jaar in Amsterdam zou blijven. „Ik word gekozen voor vier jaar en daar ga ik me keihard voor inzetten", zei Griffith. Toen bleek dat ze naar het wethouderschap kon fluiten, hield ze voet bij stuk. „Ik heb beloofd in de raad zitting te nemen en ik houd mij aan mijn woord". Ze bedankte dan ook voor de eer toen Den Haag haar vroeg wethouder te worden in het nieuwe college. Ruim twee maanden later breekt ze alsnog haar toezegging en keert ze terug naar de Kamer.

Bij haar afscheid uit Den Haag roemde Kamervoorzitter Weisglas de „alerte manier van politiek bedrijven" van Griffith. In 2004 werd ze uitgeroepen tot politiek talent van het jaar. In datzelfde jaar noemde ze zichzelf in een vraaggesprek met Marie Claire „een integer, hardwerkend, toegewijd en wilskrachtig persoon". Voor een ministerschap of staatssecretariaat zag ze zich niet in de wieg gelegd.