Tuchtrechter vaker in actie tegen arts
DEN HAAG - Zorgverleners zoals artsen, apothekers en fysiotherapeuten zijn vorig jaar vaker op hun vingers getikt door een tuchtcollege dan in voorgaande jaren. Ook het aantal tuchtklachten is voor het eerst in jaren toegenomen.
Dat blijkt uit gegevens van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, die donderdag zijn bekendgemaakt. Vorig jaar kwamen er bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg 1048 klachten binnen, terwijl dat er in 2004 nog 840 waren. De IGZ spreekt in het jaarbericht 2005 van „onverklaarbaar gestegen” cijfers.De meest voorkomende klacht is het bieden van onvoldoende zorg (254 klachten). Ook onjuiste behandeling door een verkeerde diagnose komt regelmatig voor (187 klachten).
Ten opzichte van 2004 zijn er opvallende veranderingen. Toen constateerde de inspectie een sterke toename van het aantal tuchtklachten tegen huisartsen. Daarvan was in 2005 geen sprake. Tegen huisartsen werden vorig jaar 230 klachten ingediend, een jaar eerder 208.
Bijna 18 procent van de klachten in 2005 leidde tot een waarschuwing, boete of schorsing. Het jaar daarvoor gebeurde dat in 14 procent van de gevallen. Bij huisartsen ligt het percentage hoger, op 21 procent.
De inspectie stapte zelf vorig jaar ook vaker naar de tuchtrechter: 32 keer. Dat is een ruime verdubbeling van de veertien klachten uit 2004. Volgens de inspectie is dat soms effectiever dan pogingen om de zorgverleners te overtuigen van het feit dat ze anders moeten werken. Bij alle 32 gevallen die de inspectie bij de tuchtrechter indiende, werden de medici op hun vingers getikt.
Volgens een woordvoerster van de IGZ is de toename van het aantal klachten waarschijnlijk voor een deel toe te schrijven aan de voortgaande mondigheid van patiënten. „Het aantal tuchtwaardige zaken hoeft dus niet per definitie te zijn toegenomen”, concludeert zij. Wel signaleert de IGZ een „ernstiger mate van klachten.”
De woordvoerster spreekt van een „trendbreuk.” „Vorig jaar was er een daling, zowel in de binnengekomen klachten als in de klachten waarop een waarschuwing volgde. Nu is er sprake van een tegengestelde beweging.”