„Justitie bood Endstra bescherming aan"
AMSTERDAM (ANP) – Het openbaar ministerie (OM) heeft onroerendgoedhandelaar Willem Endstra, die in 2004 werd geliquideerd, een jaar voor zijn dood aangegeven dat hij opgenomen zou kunnen worden in een getuigenbeschermingsprogramma. Officier van justitie Koos Plooy benadrukte daarbij wel hoe „radicaal en ingrijpend" zo’n stap zou zijn.
Dat blijkt volgens weekblad Vrij Nederland uit het proces–verbaal van het gesprek dat de twee op 2 juli 2003 voerden. Plooy gaf daarin ook aan dat Endstra onmogelijk als bedreigde getuige zou kunnen optreden, omdat hij met zijn verhaal nooit anoniem kon blijven. Het proces–verbaal maakt deel uit van het strafdossier in de zaak tegen Willem Holleeder, waar Vrij Nederland inzage in had.Endstra liet in het gesprek ook weten bang te zijn dat zijn gesprekken met het OM zouden uitlekken naar Holleeder, die samen met een groep medeverdachten wordt verdacht van afpersing, het witwassen van de opbrengst en bedreiging. De bende zou ook verantwoordelijk zijn voor diverse liquidaties. Justitie verdenkt Holleeder van betrokkenheid bij de moord op Endstra in mei 2004.
Volgens Endstra wist Holleeder altijd overal van, bijvoorbeeld ook waar familieleden van de vastgoedman woonden. Holleeder had overal „zijn voelhorens", zei Endstra. Hij gaf verder aan weinig vertrouwen te hebben in justitie, waarvoor Plooy „begrip" toonde.
Om Endstra gerust te stellen, benadrukte de officier van justitie dat de ontmoeting „volstrekt vertrouwelijk" zou blijven. Wel zouden een recherchechef, de officier van justitie van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) en mogelijk nog de hoofdofficier van justitie op de hoogte worden gebracht. De advocaat van Endstra, J. Pen, was bij het gesprek aanwezig.