Op het pluche van een wereldstad in het klein
TERNEUZEN - Hij schakelt terug van een baan van 70, 80 uur naar niets. In theorie, althans. Toch heeft de Terneuzense ex-wethouder P. J. Hamelink niet het gevoel dat hij in een gat valt. „Ik zie nu pas hoeveel er thuis is blijven liggen.”
Verwondering en schrik. Dat ervoer Hamelink vier jaar geleden, toen zijn partij, de SGP, onverwacht toch een wethouder mocht leveren. „Dit werk doe je niet even; daar is hulp van Boven voor nodig”, zei hij destijds in deze krant. Die hulp is gekomen, is nu de ervaring van Hamelink als hij terugkijkt op vier hectische jaren. „Terneuzen is de grootste gemeente van Zeeland - een wereldstad in het klein. Toch heb ik ervaren dat het door Gods goedheid goed is gegaan.”Hamelink was de afgelopen vier jaar méér dan een SGP-wethouder: hij bezette het pluche ook namens de ChristenUnie, al vormen de twee partijen in het Terneuzense geen lijstverbinding. Opmerkelijk, vindt Hamelink zelf ook. „We houden gezamenlijke fractievergaderingen, maar vormen toch twee afzonderlijke fracties. Ons model kom ik verder niet tegen.”
Hectiek en nog eens hectiek, dat lijkt een wethoudersbaan in Terneuzen goed samen te vatten. Hamelink: „Dan zit je bij de staatssecretaris, dan bij de directie van Dow Chemicals, dan bij honderd burgers van allerlei nationaliteiten. Al die verschillende taken leveren spanningen op. Wij hebben een hele ruime zondagsopenstelling, een gedoogbeleid voor softdrugs -zulke dingen zijn er, daar kun je juridisch niets aan doen. Dan zat ik op mijn kamer de stukken door te lezen, en vroeg ik mezelf af: Ik kan hier toch wel zitten?”
Toch heeft de SGP met de ChristenUnie zijn mannetje kunnen staan, zegt Hamelink als hij terugblikt. „Het mogelijk aantal seksinrichtingen was eerst onbeperkt. Dat heb ik weten terug te brengen tot vijf, en de fracties later tot drie. Ook wat het aantal gokhallen betreft heb ik een bijdrage mogen leveren aan een remmende werking, al zijn je marges heel beperkt.”
Toen de PvdA bij de afgelopen verkiezingen de grootste partij werd -dat was eerder het CDA-, was de rol van de SGP in het college uitgespeeld. „De PvdA heeft de kans, dat zeg ik in alle eerlijkheid, nu toch met beide handen aangegrepen om niet opnieuw voor ons te kiezen. Jammer, maar er gebeurt niets bij geval. Dat geeft een stukje rust.”
Hamelink (59) is daarmee vervroegd op straat komen staan. „Ik stond altijd nog op de loonlijst van de Belastingdienst, waar ik eerst werkte, maar ook daar keer ik niet meer terug.” Hamelink blijft wel in de raad, maar niet als fractievoorzitter. „Bewust niet. Ik ben de jongste niet meer, en C. van Burg, die het nu doet, kan het prima.”
De werkweken van 70, 80 uur -„want daar praten we wel over”- behoren tot het verleden wat Hamelink betreft. En dat is niet te vroeg, merkt hij nu. „Ik ben nu een maand thuis, ik zie nu pas hoeveel er thuis is blijven liggen. Mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen hebben me gedurende vele jaren moeten missen. Vorige week was ik met m’n vrouw in de tuin bezig. Ze zegt: Het is ontzettend lang geleden dat wij samen in de tuin gewerkt hebben. Ik dacht: Je hebt gelijk. Misschien heb ik te weinig beseft wat het politieke werk voor mijn gezin betekende. Maar ik probeer nu een inhaalslag te maken. Het werk mis ik niet - ik heb er innerlijke rust over. Het is goed zo.”
Vandaag deel 1 in een serie.