Amsterdam staat even stil
AMSTERDAM - Een bruisende stad kan stil, heel stil zijn. Twee minuten lang houdt Amsterdam z’n adem in. Dodenherdenking 2006. Drie duiven strijken neer op het Nationaal Monument.
Eén keer in het jaar herdenkt Nederland op zeker duizend plaatsen zijn slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, andere oorlogssituaties en niet te vergeten van vredesmissies. Op de Grebbeberg, op het Ereveld Loenen, op de Waalsdorpervlakte, in Kamp Vught.De Dam is warm en vol. Zo’n 20.000 mensen verdringen zich achter de hekken om een glimp van de plechtigheden op te vangen. De temperatuur schommelt nog rond de 22 graden. Militairen, veteranen en padvinders stellen zich op als een erehaag langs de wandelroute van de Nieuwe Kerk naar het Nationaal Monument.
De padvinders zijn de kluts kwijt. De spanning wordt sommigen duidelijk te veel. Een, twee, drie scouts op rij gaan onderuit. Prinses Máxima kijkt bezorgd toe. Een agent drukt een meisje tegen een dranghek in een poging haar overeind te houden. Tevergeefs. Ook zij blijft niet op de been. Een begeleider voert in allerijl flessen water aan, terwijl nummer vijf wordt afgevoerd. Het tumult ontgaat de koningin.
Voorafgaand aan de kranslegging verwelkomt dichter en theoloog Huub Oosterhuis de genodigden in de Nieuwe Kerk. Hij hoopt, droomt en bidt dat „een einde zal komen aan de jacht op mensen, onrecht, honger, haat en geweld overal, in deze wereld. Mogen onze kinderen dát nog beleven.”
Twintig jonge vrouwen van het Nationaal Jeugdkoor brengen drie op muziek gezette gedichten van Ida Vos uit de bundel ”Vijfendertig tranen” ten gehore.
Nelleke Noordervliet spreekt over ”De ongrijpbaarheid van het kwaad”. „Op 4 mei denk ik niet alleen aan de kinderen, de vrouwen en mannen die in de Tweede Wereldoorlog en in latere missies het leven lieten, ik denk ook aan moeders en echtgenoten en geliefden die vergeefs wachtten, voor wie de bevrijding nooit helemaal een echte bevrijding was, omdat de prijs zo hoog was.”
De mens denkt in zijn optimisme van de geschiedenis te zullen leren, zegt ze. „De voornaamste les is dat de mens niets leert van de geschiedenis, althans geen consequenties verbindt aan de lessen.”
Hoofdkrijgsmachtpredikant ds. G. Bikker sluit de bijeenkomst af met gebed. Het ”Onze Vader” klinkt door de kerk. Buiten de kerkmuren bidden duizenden in stilte mee.
De kerk stroomt leeg, de Dam stroomt vol. Honderden hoogwaardigheidsbekleders zoeken een plaatsje rond het Nationaal Monument. Een bonte stoet van politici en oud-politici, militairen en oud-militairen, ouderen en jongeren trekt langs.
De koningin, prins Willem-Alexander en prinses Máxima, enkele leden van de hofhouding, premier Balkenende en burgemeester Cohen verlaten als laatsten de kerk. In het pad voor het Nationaal Monument staat het groepje stil en wacht. Een trompettist van de Marinierskapel zet The Last Post in. Even later golven acht zware slagen over de menigte.
Twee stille minuten volgen. Het onstuimige stadsleven komt even tot stilstand. Zelfs de uitbundige gasten van Café Zwart op de hoek van de Dam geven geen kik. Alleen in de verte gonzen achtergrondgeluiden. Amsterdam herdenkt. Met gesloten ogen staat een oudere man te gedenken.
De Marinierskapel zet het Wilhelmus in. Bezoekers zingen mee. Vervolgens leggen Hare Majesteit en de prins van Oranje als eerste een krans. Even staan ze stil. De koningin knikt, de prins salueert. Anderen volgen. De voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer, hooggeplaatste militairen, veteranen, verzetsmensen, de minister-president, een minister, de burgemeester. Grote kransen in rood en wit en blauw. Tien op een rij.
De vicepresident van de Raad van State, Tjeenk Willink, spreekt. „Herdenken op 4 mei is de confrontatie aangaan met de werkelijkheid van toen, door te luisteren naar verhalen, door te proberen ons in te leven in het onleefbare. Hoe kán dat gebeuren? Herdenken op 4 mei is ook denken aan al degenen die de confrontatie wel aangingen.”
Zo’n zestig basisschoolleerlingen volgen. Ieder legt een rode en een witte anjer. De bloemen van de kinderen krijgen een plaatsje onder de kransen van de grote mensen. Als een kleurig tapijt. Annemarije Baars draagt een zelfgemaakt gedicht voor. „Oorlog houdt leven achter een gesloten deur”, dicht zij.
De Dam stroomt leeg, de terrassen stromen vol.
Op de Grebbeberg beginnen de plechtigheden met een stille tocht. Prof. mr. Pieter van Vollenhoven woont de herdenking van beroepsmilitairen en dienstplichtigen die zijn omgekomen sinds 1940 bij. De Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso en de Christelijke Gemengde Zangvereniging Eben Haëzer zorgen voor muzikale ondersteuning.
Een legeraalmoezenier houdt een toespraak en Anita Poolman declameert uit eigen werk. „Vrijheid is kostbaar/ Is kwetsbaar/ Vrijheid kost pijn.” Twintig instanties leggen een krans. Generaal-majoor A. C. van Oostendorp opent vervolgens het defilé langs de 750 graven.