„Veiligheidsbeleid is zeer versnipperd”
ENSCHEDE - Organisaties die zorgen dat Nederland veilig is, werken veel te weinig samen. Er is sprake van een enorme verkokering en versnippering op dit terrein.
Dat zei prof. mr. Pieter van Vollenhoven vrijdagmiddag in Enschede bij de officiële aanvaarding van zijn ambt als praktijkhoogleraar risicomanagement aan de Universiteit Twente. Van Vollenhoven sprak zijn oratie uit in aanwezigheid van prinses Margriet en hun zoons en schoondochters. Ook koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima zaten onder zijn gehoor.Het heeft Van Vollenhoven „altijd in hoge mate gestoord dat er binnen de overheid geen gesprekspartner aanwezig was met kennis van zaken en belangstelling voor het onderwerp veiligheid.” De nieuwe hoogleraar pleitte daarom vrijdagmiddag opnieuw voor een minister van Veiligheid. Deze minister moet zich „niet alleen beperken tot de sociale veiligheid”, maar moet zich ook richten op de veiligheid van gebouwen, wegen en transport, zo stelde Van Vollenhoven.
Het is niet goed dat het besluit over het aanstellen van een nieuwe minister van Veiligheid wordt doorgeschoven naar het nieuwe kabinet, stelt Van Vollenhoven. „Dit doorschuiven vind ik wel weer zo’n tekenend voorbeeld van de bestaande verkokering binnen de veiligheidssectoren.”
Een minister van Veiligheid zou gekoppeld moeten worden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, niet in eerste instantie aan het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Binnenlandse Zaken kan het veiligheidsbeleid beter coördineren, denkt Van Vollenhoven.
De echtgenoot van prinses Margriet dankte de Tweede Kamer voor zijn inzet voor het veiligheidsbeleid. Zonder de Tweede Kamer was het niet zo ver gekomen op dit punt, stelt Van Vollenhoven. „Ik ben de leden van de Tweede Kamer in hoge mate erkentelijk dat zij mijn veiligheidsloopbaan hebben geplaveid met vele moties.”