Vraag naar forensisch onderzoek stijgt fors
DEN HAAG (ANP) – De vraag naar forensisch onderzoek is in 2005 fors gestegen. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kreeg vorig jaar bijna 50 procent meer aanvragen binnen dan in 2004. Dat blijkt uit de vrijdag gepubliceerde jaarcijfers van het instituut.
Vooral de vraag naar DNA–onderzoek stijgt. Het NFI heeft de onderzoekscapaciteit op DNA–gebied de afgelopen jaren voortdurend uitgebreid. Ook heeft de politie veel geleerd over het aanleveren van de juiste sporen. Toch leidt de toegenomen vraag tot een oplopende werkvoorraad.DNA–onderzoek wordt steeds verfijnder, maar ook complexer en arbeidsintensiever. Het is vandaag de dag mogelijk om sporen die niet met het blote oog waarneembaar zijn, op DNA te onderzoeken. Volgens het NFI biedt dit zogeheten contactsporenonderzoek veel kansen. Het DNA–bewijs in de Deventer moordzaak werd geleverd aan de hand van dergelijk onderzoek.
Om het aantal onderzoeken enigszins te beperken, gaat het NFI in overleg met politie en openbaar ministerie nog kritischer kijken naar de noodzaak van DNA–onderzoek en naar het aantal DNA–onderzoeken dat wordt verricht in een zaak. Ook blijft het instituut maatregelen treffen voor de langere termijn, zoals het verbeteren van interne bedrijfsprocessen en het opleiden van onderzoekers.
Het NFI ontwikkelt ook op andere fronten dan DNA steeds ingenieuzer onderzoeksmethoden. Het instituut noemt als voorbeeld een manier om de herkomst van papier te achterhalen. Dit kan een factor van belang zijn bij onderzoek naar dreigbrieven. Onderzoek naar xtc kan een verband leggen met het laboratorium waar de drugs mogelijk werden gefabriceerd.
In 2005 leverde het NFI bijdragen aan een aantal spraakmakende onderzoeken, ook in het buitenland. Op verzoek van de Verenigde Naties gaven onderzoekers bijstand op de plaats delict in Libanon bij de moordaanslag op ex–premier Hariri. Ook hielp personeel van het NFI bij de identificatie van de slachtoffers van de tsunami.