„Vertrouw niemand op internet”
AMSTERDAM - Een verbod op mobieltjes in de klas? Prima, zegt de ene docent. „Kinderen zijn op school om te leren.” Onzin, reageert een andere leerkracht. „Dat mobieltje is mooi te gebruiken als alternatief leermiddel.” De meningen lopen fors uiteen op het eerste onderwijscongres over veilig internetgebruik.
Hoe kunnen scholen kinderen veilig laten internetten? Dat is de grote vraag waar een paar honderd docenten, schooldirecteuren en andere betrokkenen bij het onderwijs zich deze donderdag over buigen. Daarom zijn ook medewerkers van de politie en de GGD present bij dit door Stichting De Kinderconsument georganiseerd congres in de Amsterdamse RAI.De tijden zijn voorgoed veranderd, concludeert directeur Bamber Delver van de Kinderconsument stellig. „De tijd dat een docent zijn status kan ontlenen aan een kennisvoorsprong op alle gebieden is voorbij. De rol van ons als opvoeders verandert.”
Delver verwijst naar het cyberpesten, het elkaar lastigvallen op internet. „Dat is niet alleen een schoolprobleem. Klasgenoten pesten elkaar vaak na schooltijd via msn. Filters lossen dat probleem niet op. Het heeft veel meer met een mentaliteitsverandering te maken.”
Kijk niet alleen naar internet, is het dringende advies van Delver. „Een mobieltje is geen telefoon meer. Het is een computer. Het zal niet lang meer duren of jongeren zullen via hun mobieltje msn’en. Met een mobieltje kunnen we fijne dingen doen, maar ook nare. Daarom zullen we er alles aan moeten doen om de weerbaarheid van onze jongeren te vergroten. Ze moeten weten dat die Richard van 12 met wie ze chatten, in werkelijkheid Bob van 36 kan zijn. Vertrouw niemand op internet.”
Maar niet alleen internet en mobieltjes kunnen schade berokkenen. Ook een tv-programma als de door Talpa aangekondigde treitershow kan niet door de beugel, stelt de directeur van De Kinderconsument. „We hebben al 800 reacties binnen op onze website van mensen die het met onze kritiek eens zijn. Half mei gaan we naar John de Mol voor een gesprek. We moeten hem schaakmat zetten.” De zaal reageert met een luid applaus.
„Het lijkt soms of internet het slechtste uit de mens naar boven haalt”, stelt Gert-Jan Meerkerk van het Instituut voor Verslaving en Onderzoek. „Mensen denken dat ze anoniem zijn en verliezen zich vervolgens in scheldpartijen.” Oplossingen daarvoor heeft hij niet direct, geeft hij toe. „Maar er zijn nog steeds ouders die zich niet bemoeien met het internetgedrag van hun kinderen. Ga toch eens naast ze zitten en toon belangstelling voor wat ze doen. Dat heeft zeker invloed.”
Pikante foto’s of filmpjes maken met een mobieltje, meisjes die zich voor de webcam uitkleden en zichzelf vervolgens overal op internet terug zien: voor de meeste scholen geen onbekende verschijnselen meer. „Maar het zijn lang niet altijd jongeren die over de schreef gaan”, waarschuwt Giti Bán van het Project Preventie Seksuele Intimidatie „Sinds 2000 krijgen we steeds meer klachten over leerkrachten die hun leerlingen pesten of seksueel misbruiken, al dan niet dankzij het gebruik van een webcam.”
De congresdeelnemers willen niet de hele dag somber zijn over alle onveilige aspecten van internet. Want positief nieuws is er volgens Delver en anderen ook: steeds meer scholen nemen hun verantwoordelijkheden om internetmisbruik tegen te gaan. Een betere samenwerking tussen ouders en scholen is cruciaal, is de door iedereen gedeelde opvatting. „Het is onvoorstelbaar hoe weinig ouders soms bij het onderwijs van hun kind betrokken zijn”, stelt een lid van een ouderraad spijtig vast.
Maar er is hoop. Zo vertelt een bestuurslid van de school met de Bijbel in Ouddorp tijdens een van de workshops dat zijn school overweegt een internetprotocol niet alleen door leerlingen, maar ook door hun ouders te laten ondertekenen. „In een tijd van nieuwe media zijn regels en afspraken noodzakelijk”, knikt Daniëlle Overbeek, ict-coördinator van stichting Kaprion uit Alkmaar.