„Er moet in Delfzijl veel veranderen”
DELFZIJL - Burgemeesters die vertrekken, wethouders die er het bijltje bij neergooien en persoonlijk ingrijpen van minister Remkes: het politieke gekrakeel in Delfzijl bereikte de achterliggende jaren verschillende hoogte- of beter dieptepunten. Volgende week wordt het nieuwe college geïnstalleerd. PvdA-raadslid en formateur Auke Zoethout: „Het gaat hier goed komen.”
Hij is nog maar net een maand raadslid. Bij zijn aantreden werd Zoethout (58) gelijk gebombardeerd tot fractievoorzitter van de negenkoppige PvdA-fractie in de gemeenteraad van Delfzijl. Reden? „We willen met een schone lei beginnen.”Het Delfzijlse raadslid kán redelijk onbevangen zijn werk doen. Hij woont pas twee jaar in de noordelijkste stad van Nederland. Daarvoor was hij slechts politiek actief als voorzitter van de socialisten in het naburige Scheemda. Zoethout stond aan de basis van het college van PvdA, ChristenUnie en VVD in Delfzijl. Dat werd dinsdag gepresenteerd, al is nog niet duidelijk wie de tweede wethouder van PvdA-huize wordt.
Schroom om een nieuw college te smeden heeft Zoethout niet, ook al is de PvdA al sinds mensenheugenis de grootste partij in Delfzijl. Raadsleden en wethouders die de partij leverde, droegen bij aan het politieke gerommel. Zoethout: „Het inzetten van een nieuwe koers wil niet altijd zeggen dat dat moet met nieuwe mensen.”
De PvdA’er is wel van mening dat de gemeenteraad voor een krachtproef staat. „We moeten bewijzen de gemeente goed te kunnen besturen. Dat gaat niet van vandaag op morgen. In het coalitieprogramma timmeren we niet alles dicht, er is ruimte voor inbreng van de oppositie. Dat toont al onze goede wil om met iedereen rekening te houden.”
De Delfzijlse gemeentepolitiek wordt al jaren gekenmerkt door onrust. Eerste signaal was het vertrek in 1998 van twee PvdA-wethouders, nadat een van hen op eigen houtje subsidies zou hebben verstrekt. Twee jaar later stapte GroenLinkswethouder H. Ketting op. Hij zou een tijdlang met valse kentekenplaten hebben gereden.
In januari 2003 hield wethouder E. Koning van Gemeentebelangen het voor gezien toen bleek dat ze maandelijks een bedrag heeft overgemaakt naar de rekening van een raadslid. Het vermoeden bestaat dat daarmee een wethouderszetel is gekocht.
De teerling lijkt geworpen. Nog geen maand later stapte VVD-burgemeester E. Haaksman op als gevolg van een vernietigend rapport over verwaarloosde milieuvergunningen. Na zijn vertrek stellen de vier achtergebleven wethouders hun portefeuille ter beschikking. Oud-minister Jorritsma wordt waarnemend burgemeester.
In januari 2005 maakt GroenLinksfractievoorzitter M. de Weerd plotseling bekend dat fractievoorzitter A. C. de Kruijff van Gemeentebelangen drie jaar geleden zijn voormalige partijgenoot L. Beulakker heeft verkracht.
Begin dit jaar ten slotte ontstaat rumoer rond burgemeester Appel. Tijdens haar afwezigheid ontnemen de drie wethouders haar een onderdeel van haar verantwoordelijkheden. De stap leidt tot het vertrek van Appel en niet lang daarna van het hele college. Waarnemend burgemeester C. Waal leidt sindsdien de gemeente.
„Er staat ons dus het nodige te doen”, concludeert Zoethout. „Er moet in Delfzijl veel veranderen.”
Staatsrechtgeleerde prof. Elzinga zegt: „In Delfzijl zijn politieke structuren ontstaan die maar moeilijk zijn te doorbreken.” Vindt u dat de negatieve gevolgen daarvan nu worden aangepakt?
„We zijn bewust op zoek gegaan naar wethouders van buiten de gemeente. Ze moeten een soort senioriteit meebrengen. Door hun kennis en ervaring denk ik dat ze in staat zijn een goede lijn uit te zetten. We letten ook heel goed op de samenwerking: het college moet een team vormen. We proberen zaak grondig aan te pakken. Daarom komen er ook vier wethouders in plaats van drie. In Delfzijl is er veel te doen.”
Komt er nu een cultuuromslag? Waar gaat die uit bestaan?
„Inhoudelijk zijn er veel suggesties voor. De vorming van dit college zie ik als een eerste stap. Er is een projectgroep gevormd van vier raadsleden, een wethouder, de gemeentesecretaris en de burgemeester. Die maken het plan van aanpak waarom minister Remkes heeft gevraagd. Het is dus een verantwoordelijkheid van betrokkenen om na te denken over hoe we communiceren en goed beleid neerzetten.”
In hoeverre merkt u nu iets van het verscherpte toezicht van minister Remkes op de gang van zaken?
„Het heeft geen rol gespeeld bij de collegeonderhandelingen, al zijn we daarin naar mijn mening zorgvuldig te werk gegaan. Remkes belt niet om te horen hoe het gaat, maar ik weet dat hij via de provincie wel op de hoogte wordt gehouden.”
De ChristenUnie ging van één naar vier zetels en levert voor het eerst een wethouder. Is dat een stabiele basis voor de komende jaren?
„Garanties krijg je in dit leven niet. Maar ik heb er alle vertrouwen in. Hun wethouderskandidaat zal het zéker goed gaan doen.”