De laserkop van het apparaat kan alles scannen in de omgeving van het ’plaats delict’. Hij meet precies de afstanden tussen de voorwerpen, die belangrijke gegevens kunnen zijn bij een reconstructie. Bij een liquidatie meet de scanner bijvoorbeeld de afstand tussen het lijk en patronen. Nu meten agenten de afstanden nog met een meetlat, dat erg tijdrovend is.De aanschaf van het technisch vernuft past bij de grotere nadruk op forensische opsporingstechnieken, zegt de Amsterdamse politie. Zo moet het team Forensische Opsporing (FO) over twee jaar in sterkte zijn verdubbeld. Vorig jaar telde de afdeling 46 medewerkers, eind 2008 moeten dat er 99 zijn. Sinds woensdag is ’FO’ de nieuwe benaming van de technische recherche.

Het korps gaat ook andere technieken en werkwijzes onderzoeken. Zo gaat het korps eind jaar beginnen met videoconferentie tussen Amsterdamse rechercheurs en bijvoorbeeld het Nederlands Forensisch Instituut in Den Haag. Bij het bespreken van een misdrijf kan men met camerabeelden direct terecht daar waar de meeste kennis is.

Forensisch onderzoek is hot, stelt het korps. „Niet alleen in televisieland, ook in de echte wereld van politie, justitie en politiek”. Technologie gaat een leidende rol spelen in het politiewerk, schreef korpschef Welten vorig jaar al vast in een nota van de Raad van Hoofdcommissarissen over forensische opsporing.