„We zouden mensen bij de ingang kunnen vragen of ze een blik extra willen kopen", aldus M. van Hasselt, secretaris van de Stichting Voedselbank Amsterdam dinsdag. De organisatie begint over enkele weken met het benaderen van lokale winkeliers in stadsdeel Oost. Als het experiment daar slaagt, wil de Voedselbank deze werkwijze uitrollen naar andere Amsterdamse wijken. De instantie heeft dringend behoefte aan meer voedsel en is nu vooral afhankelijk van overschotten van producenten en distributeurs.Steeds meer Amsterdammers die op de armoedegrens leven, doen een beroep op de Voedselbank. Inmiddels krijgen achthonderd huishoudens in vier stadsdelen een keer per week een voedselpakket uitgereikt. Nog eens 250 huishoudens die in andere stadsdelen wonen, staan op de wachtlijst. De Voedselbank begon in maart vorig jaar in stadsdeel Amsterdam–Zuidoost met 125 pakketten.

Wegens capaciteitsproblemen heeft de organisatie enkele weken geleden tijdelijk een stop op nieuwe aanvragen gezet. Daarnaast is de Voedselbank op zoek naar een loods om de voedselpakketten op te slaan. Door de grote vraag is de hulporganisatie uit haar huidige locatie gegroeid. Van Hasselt verwacht dat dit probleem binnenkort is opgelost en iemand een loods ter beschikking stelt.

Door lokale initiatieven bij winkels en inwoners van Amsterdam wil de Voedselbank meer bekendheid en hulp krijgen, zegt Van Hasselt. „We moeten ons gezicht laten zien”. Zo wordt er ook gewerkt aan een herkenbaar logo.

De Voedselbank wil ondanks de capaciteitsproblemen toch binnenkort distributiepunten openen in drie stadsdelen: Westerpark, Oost–Watergraafsmeer en Bos en Lommer. Uiteindelijk wil de organisatie in heel Amsterdam actief zijn om huishoudens te helpen die niet meer in staat zijn dagelijks brood op de plank te krijgen. In alle stadsdelen, ook in het centrum en in het relatief deftige Oud–Zuid, is er volgens Van Hasselt vraag naar voedselpakketten.