Enthousiast over een gered vogelnest
WILNIS - „Je moet de knop omzetten: dit land is voor de natuur en niet voor de koeien.” Boer Joost Samsom uit Wilnis wijst naar het stuk weiland dat hij aan de natuur teruggaf. „Nu gebruiken we het maaisel nog. Maar straks zitten er te weinig voedingsstoffen in voor melkproducerend vee.”
De boerderijhond komt onderdanig kwispelend aanlopen. Hij snuffelt aan een los rondlopende geit, die daar niet van gediend is. Meer succes heeft het dier in de stal, waar een koe hem toegewijd aflebbert.Kalfje Ajeska Tessa, net twee weken oud, kijkt vanuit haar veilige plastic kalverhut voorzichtig naar buiten. Als ze wat groter is, mag ze de wei in. Dat is tegenwoordig niet meer voor elke koe weggelegd, vertelt haar eigenaar even later.
Samsom zet zich op zijn biologische melkveebedrijf, midden in het Utrechtse veenweidegebied, in voor zijn 70 koeien, de 45 stuks jongvee én de natuur. Want hij vindt het Groene Hart „het mooiste stukje van de wereld.”
Achter de koeienschuren is het één grote, groene vlakte. Hoog in de lucht vliegt een grutto. Rechts schittert een brede sloot van een meter of zes. Via Bureau Beheer Landbouwgronden kocht de boer twee jaar geleden een stuk land, waaraan de provincie Utrecht een natuurbestemming had gegeven. De boer kocht het stuk erbij omdat het in het gezichtsveld van zijn boerderij ligt. „Ik heb er graag zelf de hand in”, motiveert hij zijn keus. „En we krijgen voor het natuurbeheer goed betaald, dat wil ik best vertellen.”
Samsom hoeft op het natuurland weinig te doen. Het land moet verschralen, zodat de oorspronkelijke begroeiing terugkomt - met zelfs orchideeënsoorten, weet de boer. Soms helpen boeren de natuur een handje door de vruchtbare, bovenste laag aarde af te plaggen. „Dat is een kunstmatige ingreep, waardoor dieper liggende zaden meer kans krijgen om uit te lopen. In de bovenlaag zitten te veel voedingsstoffen voor die oorspronkelijke soorten.” Het stuk natuurland oogt nu nog hetzelfde als de rest van het boerenland. „Toch groeien er al andere plantensoorten”, zegt Samsom.
Een boer die gebied bezit waarop de natuur haar gang mag gaan -zogenaamd particulier natuurbeheer- is zeldzaam, aldus Samsom. Agrarisch beheer, waarmee hij zich op de rest van zijn grasland bezighoudt, is gangbaarder. Daarvoor is de boer aangesloten bij vereniging De Utrechtse Venen, die zich bijvoorbeeld inzet voor het behoud van bijzondere planten en weidevogelbeheer.
„Mijn vrouw is expert in plantensoorten”, antwoordt Samsom op de vraag of hij een zeldzaam exemplaar kan aanwijzen. In de ruime woonkeuken laat Liesbeth Samsom een lijst met 23 planten zien, waaronder dotterbloem en ereprijs. Voor elke soort die op hun land groeit, krijgen de Samsoms een vergoeding, net als voor weidevogels die daar nestelen. Soms vergeet het boerenechtpaar gespotte exemplaren door te geven. „Dan kom ik zo enthousiast thuis dat ik weer een nest heb gered, waardoor ik het helemaal vergeet”, legt Samsom uit.
Aanvankelijk stond de Utrechtse boer niet positief tegenover alle aandacht voor de natuur, biecht hij op. „Ik durf het bijna niet te zeggen, maar vroeger beerde ik zo hard mogelijk over vogelnesten heen. Vlieg op, dacht ik dan, dit is míjn land.” De plannen van de provincie om stukken van het Utrechtse Groene Hart als natuur te begrenzen stonden hem in het begin dan ook helemaal niet aan. „Door ruilverkaveling hadden we net een goed agrarisch gebied. Daar moesten we het mes weer inzetten.”
Inmiddels is Samsom van mening dat boeren de aangewezen personen zijn voor natuurbeheer. „We hebben kennis van zaken, de benodigde machines binnen handbereik en wonen op de juiste plek.” Het Groene Hart is in zijn ogen een karakteristiek stuk land. „Natuurlijk zijn de brede sloten een handicap bij het boerenwerk”, geeft Samsom toe. Maar voor de uitstraling van het landschap zou hij ze niet willen missen. „Het geeft niet wanneer een boer wat minder produceert”, zegt de bevlogen beheerder stellig, „als de natuur er maar wel bij vaart.”
voetnoot (u17(Dit is het eerste deel van een drieluik over boeren in het Groene Hart. Over dit onderwerp organiseert deze krant donderdagavond een symposium in Reeuwijk.