Radboud past patiëntenzorg hartchirurgie aan
NIJMEGEN (ANP) - Het Universitair Medisch Centrum St. Radboud in Nijmegen heeft maatregelen genomen om de kans op sterfte na openhartoperaties te verkleinen.
Er is een nieuw afdelingshoofd aangesteld en de werkwijze op de afdeling is ingrijpend gewijzigd, zo heeft het ziekenhuis vrijdag bekendgemaakt.
Medisch specialisten hebben andere taken gekregen. Ze moeten voortaan beter met elkaar gaan samenwerken. Patiënten krijgen andere medicijnen en bovendien zullen ze, vlak na operaties, intensiever in de gaten worden gehouden door het medisch personeel.Het ziekenhuis heeft dossieronderzoek gedaan naar overlijdensgevallen. Bij zeven dossiers van overleden patiënten heeft het Radboud geconstateerd dat „de behandeling achteraf gezien beter had gekund”. Volgens een woordvoerder neemt het ziekenhuis binnenkort contact op met de nabestaanden om te praten over wat er is gebeurd. Hij zegt niet te verwachten dat de nabestaanden naar de rechter zullen stappen.
Het Radboudziekenhuis stelde vorig jaar dat het verhoogde sterftecijfer niet lag aan fouten binnen het ziekenhuis. De hogere sterfte zou te wijten zijn aan de slechtere basisconditie van patiënten.
Het ziekenhuis kwam vorig jaar najaar negatief in het nieuws toen bleek dat er op de afdeling hartchirurgie meer mensen overleden na operaties dan in andere ziekenhuizen. Een specialist meldde in een intern e–mailbericht dat hij zelf nooit in zijn eigen ziekenhuis onder het mes zou willen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg greep in en verordonneerde dat het ziekenhuis geen riskante hartoperaties meer mocht uitvoeren bij patiënten met een zwak gestel. Dat verbod geldt tot op de dag van vandaag. De inspectie heeft een commissie ingesteld met onafhankelijke deskundigen die moet onderzoeken of het ziekenhuis de zaak weer op orde heeft. Deze commissie brengt over enkele weken verslag uit.
De Stichting Hartpatiënten Nederland reageert positief op de maatregelen van het ziekenhuis. Volgens voorzitter J. van Overveld erkent het Radboudziekenhuis voor het eerst dat de hartafdeling niet goed functioneerde. „Tot nu toe probeerde men de zaak alleen te bagatelliseren en onder tafel te schuiven”.
De stichting zegt veel vertrouwen te hebben in de nieuwe specialist die als hoofd is aangetrokken om de afdeling weer op poten te zetten. „We denken dat het ziekenhuis met deze nieuwe opzet het vertrouwen van patiënten weer kan terugwinnen”, zegt Van Overveld.