„We willen de mensen echt een kijkje in de keuken geven", vertelt woordvoerster A. Herberigs van de inspectiedienst. Voor de eerste keer sinds de oude Keuringsdienst van Waren (KvW) en de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) in 2002 opgingen in één controledienst, opent de VWA zijn deuren voor het publiek. De organisatie, die meestal in het nieuws komt bij voedselschandalen als dioxinevervuiling van melk, wil laten zien dat zij meer doet dan dat alleen.Op de zes vestigingen in het land – Amsterdam, Den Haag, Zwijndrecht, Eindhoven, Zutphen en Groningen – laten inspecteurs en controleurs zien wat er allemaal komt kijken bij het bewaken van veilige waar. Iedere afdeling etaleert daarbij zijn eigen specialiteit. In Zwijndrecht kunnen bezoekers zien hoe de dienst de kwaliteit van speelgoed, ladders en koffiezetters op de proef stelt, terwijl de Groningse laboranten onder meer hun speurtocht naar weekmakers in babyspeelgoed laten zien.

De inspectiedienst haakt bij dit open huis handig in op de actualiteit. De VWA speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol bij de afhandeling van gevonden dode vogels in verband met de dreigende vogelgriep. Op het hoofdkantoor in Den Haag is te zien hoe deze meldingen worden afgehandeld. Ook kunnen bezoekers hier binnen stappen in het crisiscentrum dat bij een uitbraak van de vogelgriep of varkenspest onmiddellijk wordt opgetuigd.

Niet alleen de veiligheid van de producten in de schappen, maar ook die van thuis kan zaterdag op de proef gesteld worden. In Amsterdam speuren de inspecteurs naar bacteriën en ander gespuis in van thuis meegebrachte vaatdoekjes. Groningen neemt het frituurvet van thuis onder de loep en controleert het meegebrachte vet op de aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen, meldt I. Franke namens de Regio Noord van de VWA.