Velt en Vecht is het eerste waterschap in Nederland dat de beschikking heeft over een noodopvanggebied dat het in kan zetten bij extreem hoge waterstanden. Ten noorden van Gramsbergen heeft het waterschap twee polders langs de rivier de Overijsselse Vecht ingericht als noodopvanggebied voor water.

In de polders, met een totale oppervlakte van ruim 400 ha, kan in geval van uiterste nood meer dan 4 miljard liter water worden opgevangen, zonder dat de bewoners in de polder geëvacueerd hoeven te worden. Op die manier voorkomt het waterschap wateroverlastproblemen voor duizenden mensen in omliggende plaatsen als Coevorden, Hardenberg en Ommen.

De werkzaamheden in het gebied zijn in oktober 2001 gestart. Omdat het om een bewoond agrarisch gebied gaat, zijn er allerlei maatregelen getroffen om de mensen in het gebied te beschermen tegen het water. Zo zijn er kades aangelegd, zijn erven opgehoogd en zijn de toegangswegen verhoogd. Door deze maatregelen kunnen de bewoners bij een bewuste inundatie (overstroming) gewoon blijven wonen en werken in het gebied.

Het waterschap zal deze retentiepolders gebruiken als andere oplossingen geen uitkomst meer bieden. Voor het inlaten van water in deze polders zijn op twee verschillende plekken grote waterinlaten in de dijken aangebracht. Met deze inlaatwerken kan het waterschap overtollig water op een gecontroleerde manier in de polders inlaten.