„Neem wantrouwen rond Schiphol weg”
DEN HAAG - Het toekomstige Schipholbeleid moet er vooral op zijn gericht het wantrouwen tussen de luchthaven, omwonenden en overheden te verminderen. Dat wantrouwen is mede veroorzaakt door het beleid van de regering in de laatste decennia.
Dat stelt de Procescommissie Evaluatie Schipholbeleid in haar vanmiddag gepresenteerde eindrapport.De commissie onder leiding van prof. dr. W. Derksen moest toezien op de evaluatie van het Schipholbeleid door de staatssecretarissen Schultz van Verkeer en Van Geel van VROM. Derksen stelt dat de evaluatie in het algemeen „objectief, onafhankelijk en fair” is verlopen en dat het onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.
De evaluatie heeft het wantrouwen tussen de betrokken partijen rondom Schiphol niet vergroot, schrijft de commissie. De kabinetsleden hebben het onderzoek juist gebruikt om de argwaan weg te nemen, omdat ze iedereen in de gelegenheid hebben gesteld nadere vragen in te dienen en met verbetervoorstellen voor nieuw beleid te komen. Velen hebben van die laatste mogelijkheid gebruikgemaakt. Aangezien het kabinet niet alle voorstellen goed heeft bestudeerd, raadt de commissie aan die nog eens zorgvuldig te bekijken, omdat ze het Schipholbeleid ten goede kunnen komen.
Dat het wantrouwen ondanks de pogingen daartoe niet helemaal is weggenomen, bevreemdt de commissie niet. De achterdocht is „erg hardnekkig.” Zo willen veel mensen niet geloven dat de zogeheten dubbeldoelstelling (groei van Schiphol én minder geluidsoverlast) in de praktijk is gehaald. Het regeringsbeleid van de laatste decennia is een van de oorzaken van het wantrouwen, stelt Derksen. „Bij geluidsoverlast is het niet verstandig om te veel te beloven en om te veel te veranderen.” Om het wantrouwen weg te nemen, moet Schiphol de geluidsoverlast verder terugdringen, beveelt de commissie aan.
De luchthaven is daarmee bezig. Schiphol wil toe naar een systeem waarbij vliegtuigen die meer geluid voortbrengen dan toegestaan een boete krijgen.