Advocaat G. Szegedi vond zijn cliënt slechts schuldig aan „hoogst roekeloos rijden” en vroeg om vrijspraak.De Rotterdammer reed op 15 oktober op de A15 ter hoogte van afslag Rhoon tot twee keer toe in op de agent. De politieman raakte hierbij levensgevaarlijk gewond en is wekenlang in coma gehouden op de afdeling intensieve zorg. Zijn linkeronderbeen moest worden geamputeerd, hij liep meerdere botbreuken op en heeft mogelijk blijvend hersenletsel.

De agent reed die bewuste avond naast M. en gebaarde dat hij van de weg af moest. M., die geen rijbewijs heeft, raakte naar eigen zeggen in paniek omdat hij in een gestolen auto reed en wilde vluchten. Hij dacht dat hij wel tussen de auto voor hem en de motor naast hem weg kon glippen.

Na het ongeval reed M. door en de auto werd later uitgebrand op een industrieterrein gevonden.

De officier van justitie noemde het incident geen ongeluk, maar een regelrechte aanslag. Getuigen op de A15 hebben gezien dat M. twee keer een abrupte stuurbeweging maakte naar links, richting de agent, en weer terug.

Tegenover vrienden en bekenden zou M. hebben laten doorschemeren dat er opzet in het spel was. In een van zijn eerste verklaringen, waarin hij zei slechts bijrijder te zijn, gaf hij ook aan dat een vriend de agent opzettelijk van de weg af had gereden.

Later bekende hij toch zelf te hebben gereden en veranderde hij voor de zoveelste keer van verhaal.

Volgens de officier van justitie was er duidelijk sprake van voorbedachten rade. „De agent heeft een tot anderhalve minuut naast de verdachte gereden. De eerste keer kon de motor met moeite overeind blijven. De verdachte heeft genoeg tijd gehad om na te kunnen denken over zijn daad, maar besloot toch nog een tweede keer de agent te rammen.”

De rechters doen uitspraak op 14 april.