Tuchtcollege onderzoekt toepassen euthanasie
ZWOLLE - Het regionaal tuchtcollege in Zwolle heeft zaterdag twee artsen ter verantwoording geroepen omdat zij op een onjuiste wijze euthanasie toepasten of wilden toepassen bij terminale patiënten.
In de eerste zaak werd een huisarts verweten dat hij zonder instemming van de patiënte of haar familie euthanasie wilde plegen. In de tweede zaak had de chirurg juist het verzoek van zijn patiënte ingewilligd, maar vond de inspecteur voor de gezondheidszorg het onjuist dat er morfine was gebruikt om het lijden van de patiënte te verminderen of haar „eruit te verlossen.”De patiënte van de huisarts lag in een verzorgingshuis in Zutphen toen er volgens hem een „noodtoestand” ontstond. „Het was mensonterend zoals ze in dat bed lag”, zei hij. De arts wilde een pomp met Dormicum laten aanleggen -het geëigende middel voor sedatie- maar kreeg een boze familie tegenover zich. De zonen vonden dat hun 98-jarige moeder nog helder was en geen eten en drinken mocht worden onthouden, zoals de arts zou hebben gewild.
Toen de zonen telefonisch door een verzorgster waren ingelicht, verhinderden zij het aanleggen van de pomp, waarna de vrouw nog honderd dagen bleef leven.
De huisarts, die haar al 25 jaar kende, had haar verder lijden willen besparen. Hij gaf tegenover het tuchtcollege toe dat de communicatie tussen hem en de familieleden beter had gekund.
De chirurg, die een 82-jarige patiënte had beloofd dat zij rustig in slaap zou worden gebracht en dan „de dood in zou glijden”, gebruikte hiervoor morfine. Dit middel, zo stelt de inspectie, deugt niet. Wel voor pijnbestrijding in de laatste levensfase, niet als middel voor euthanasie.
De zaak speelde in 2004; eind vorig jaar kwam de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (KNMG) met een richtlijn voor het handelen in gevallen van palliatieve sedatie of euthanasie. Sindsdien is duidelijk dat artsen hun patiënten niet met morfine mogen euthanaseren.
Het tuchtcollege doet op 18 mei uitspraak.