De man werd van 1964 tot 1979 op zijn werk blootgesteld aan asbeststof. In 1997 werd bij hem longkanker vastgesteld. Hij stierf in 2000.Zijn werkgever bestreed aansprakelijk te zijn voor de gezondheidsschade. De man had 28 jaar lang gerookt en kreeg longkanker zonder dat voordien asbestose (stoflong) was opgetreden. In de jaren waarin hij met asbeststof werkte, was nog niet bekend dat dit mogelijk was.

De kantonrechter in Almelo stelde eind 2002 de werkgever voor 55 procent aansprakelijk voor de opgelopen gezondheidsschade. De rechtbank had een deskundige in de arm genomen die concludeerde dat de kans op longkanker door blootstelling aan asbeststof 55 procent bedraagt. De deskundige voegde daaraan toe dat medisch niet kan worden vastgesteld of een bepaald geval van longkanker is veroorzaakt door asbest.

In hoger beroep bekrachtigde het gerechtshof in Arnhem dit vonnis. De Hoge Raad bevestigde het vrijdag eveneens, waardoor de uitspraak definitief is geworden. Als een werknemer schade heeft geleden die zowel kan zijn veroorzaakt doordat zijn werkgever hem onvoldoende heeft beschermd tegen stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid, als door oorzaken die de werknemer zelf zijn aan te rekenen, mag de rechter de werkgever tot vergoeding van een deel van de schade veroordelen.

Vakcentrale FNV is blij met de uitspraak. De Hoge Raad sluit aan bij een advies van de Gezondheidsraad over asbest en longkanker, aldus W. van Velen van het Bureau Beroepsziekten van de FNV. Volgens de raad kan het inademen van asbestvezels longkanker veroorzaken en vergroot roken die kans. Mensen die met asbest hebben gewerkt, kunnen hun werkgever ook aanspreken op financiële compensatie voor hun ziekte, stelde de raad vorig jaar juli. Bij de hoogte van de claim zou dan moeten worden meegewogen of iemand heeft gerookt of niet.

De raad schrijft 10 procent van de gevallen van longkanker bij mannen toe aan asbest. Dat betekent dat jaarlijks zeshonderd mannen longkanker krijgen door blootstelling aan asbest.