„Het steekt hoe Verdonk ons behandelt”
DORDRECHT (ANP) - Het steekt veel Antillianen in Dordrecht dat de groep geregeld in een kwaad daglicht wordt geplaatst. Zij erkennen dat een kern criminele jongeren het bont maakt, maar in de eigen omgeving zien zij juist veel mensen met wie het goed gaat. Zij gaan naar school of hebben een baan. En criminaliteit heb je overal, stellen zij.
In Dordt hebben verschillende projecten ervoor gezorgd dat de meeste Antillianen zich goed kunnen redden. Het gemeentebestuur is daarom niet blij dat minister Verdonk van Integratie een wet voorbereidt om criminele Antilliaanse jongeren terug te kunnen sturen naar de Antillen.„Het is mijn werk ervoor te zorgen dat zij niet teruggestuurd worden. De jongeren moeten geholpen worden, zodat zij niet in een web van ellende vallen”, zegt J. Merkies van Sentro di Mama, het project dat moeders ondersteunt. De moeders redden het vaak niet alleen omdat ze alleenstaand zijn, werkloos zijn of allerlei andere problemen hebben.
Merkies ziet het als haar taak Antilliaanse moeders, en ook steeds meer vaders, hun draai te laten vinden in Nederland. De moeders worden opgevangen, begeleid en geholpen. Zij volgen allerlei (opvoed)cursussen, activiteiten en trainingen.
Gisterochtend kregen ze les in hoe ze met geld moeten omgaan. „Ik heb geleerd dat ik mijn post moet openmaken”, zegt een van de vrouwen. Een ander doet dat altijd gretig. „Ik ben blij dat de postbode is geweest. Op Curaçao zie je er nooit een.”
Druk kletsend leggen ze uit dat tips en informatie hun goed van pas komen. Een van hen is al dagen bezig de stapels papieren in de schuur uit te mesten. Zonder de cursus had ze dit niet gedaan. Ze lacht haar witte tanden, met een gouden exemplaar ertussen, bloot.
Kookcursus
In Dordrecht zijn de afgelopen jaren meerdere projecten van de grond gekomen als een soort vangnet zodat Caraïbische stadsgenoten niet afglijden. Antillianen zijn gewend dat de familie alles voor hen regelt. De moeder neemt van kinds af aan alle zorgen weg. Als ze dan in Nederland aankomen, staan ze er alleen voor en dan blijkt dat ze niet zelfstandig genoeg zijn om voor zichzelf te zorgen.
Direkshon, een foyer voor Antilliaanse jongeren in de Colijnstraat, helpt hen daarbij. De Antilliaanse tiener Sholly woont er nu bijna twee jaar. Nadat ze vanuit Curaçao terug was gekomen naar Nederland, logeerde ze een tijdje bij een oom, daarna bij haar oma, maar op beide adressen kon ze niet blijven. Via een nichtje kwam ze op het begeleidwonenadres terecht. „Veel Antilliaanse jongeren zwerven van de een naar de ander”, aldus leidinggevende Gwen Anthonia.
„Ik wist niet wat ik wilde totdat ik hier kwam”, zegt Solly. De 22-jarige had een uitkering. Na gesprekken met haar coaches in het kamerproject ontdekte ze dat ze klasseassistente wilde worden. Enkele maanden later zat ze weer op school. Volgend jaar hoopt ze af te studeren en gaat ze terug naar Curaçao. Het klimaat en haar familie trekken.
De coaches fungeren als steun en toeverlaat voor de bijna 150 bewoners, onder wie achttien tienermoeders en hun kinderen. Zelf zien ze zichzelf als vriendinnen, niet als moeders. Anthonia: „Wij geven onze jongeren wat weggevallen is.”
De coaches stimuleren en motiveren de jongeren, helpen met de financiën, maken wegwijs binnen de officiële instanties en zorgen dat de bewoners een kookcursus over verantwoord eten volgen.
Kort lontje
De meeste jongeren komen bij de foyer via andere Antillianen of via een doorverwijzing van instanties. Na een intakegesprek zoeken de coaches naar een goede woonplaats, daarbij streven ze naar een mix. Jong en oud, zelfstandig en bleu wonen door elkaar. „De een trekt de ander mee”, aldus Anthonia.
Jongeren met een groot strafblad kunnen, ter bescherming van de anderen, geen aanspraak maken op een kamer. „Iemand toelaten met een kort lontje is vragen om problemen. Wij willen rust en regelmaat”, stelt de van oorsprong Curaçaose.
Zelf heeft ze het druk. Haar telefoon laat haar geen halfuur met rust. Ondertussen kletsen de coaches over het tropische eiland waar ze zijn geboren. Een van de vrouwen heeft haar hele huis vol staan met planten, om de sfeer van Curaçao een klein beetje te evenaren. De geboorteplek lonkt, hoe rustig het ook in Dordt is. Ze willen terug.