De herrie is soms oorverdovend in de meer dan 30 meter hoge hal. Onder de kiel van het schip in wording is een man in blauwe overall aan het slijpen. Enkele verdiepingen hoger galmen hamerslagen door het stalen casco. Een radio probeert boven de herrie uit te komen.Gids Wim den Hollander heeft moeite zich verstaanbaar te maken. „Dit schip wordt een pijpenlegger. Het legt olieleidingen op de bodem van de zee. Het kan op een enorme rol een flexibele pijp van 8 kilometer lengte vervoeren.”

De enthousiaste Den Hollander probeert zijn liefde voor het vak over te dragen op vmbo-3-leerlingen van scholengemeenschap De Lage Waard. Zijn doel is dat de jongens volgend jaar na hun examen kiezen voor de tweejarige opleiding aan de eigen leerschool van de scheepswerf.

Nieuwe werknemers heeft het bedrijf, dat onderdeel is van IHC Holland Merwede BV, de komende jaren hard nodig. De opdrachten voor het bouwen en repareren van schepen stromen binnen. Tot augustus 2008 is de werf al volgeboekt en hij kan nog meer opdrachten krijgen als hij wil. Den Hollander: „In de 28 jaar dat ik hier werk, heb ik dit nog nooit meegemaakt. Nog geen twee jaar geleden ging het zo slecht dat ik dacht dat we failliet gingen. Om onze mensen aan het werk te houden, zijn we met de bouw van een schip begonnen terwijl de definitieve opdracht nog niet eens binnen was. Nu hebben we werk in overvloed. Maar zonder goed personeel beginnen we niets.”

Omdat andere Nederlandse scheepsbouwers met hetzelfde probleem zitten, heeft de Vereniging van Nederlandse Scheepsbouw Industrie (VNSI) deze week tot de Week van de Scheepsbouw gebombardeerd. Maandag was er een conferentie in Rotterdam waarop onder anderen staatssecretaris Van der Knaap van Defensie sprak over de toekomst van de scheepsbouw in Nederland. Sinds dinsdag stelden scheepswerven in het hele land hun bedrijf open voor geïnteresseerde scholieren.

Het aantal aanmeldingen valt tegen. Zo kwamen er bij de andere bedrijven van IHC Holland Merwede BV in Kinderdijk en Sliedrecht geen scholen op bezoek. Dat Hardinxveld zo’n tachtig scholieren van vier verschillende scholen kan verwelkomen, is te danken aan de serie bezoeken die leerschooldocent H. Veldstra en personeelsfunctionaris M. Huigen brachten aan vmbo-scholen in de omgeving. Huigen: „We hebben decanen ertoe kunnen overhalen een kijkje te komen nemen. Alleen een brief schrijven, werkt niet.”

Veldstra: „De scheepsbouw heeft toch een beetje een negatieve naam. Het zou zwaar werk zijn met weinig groeimogelijkheden. Maar voor het tillen van zware onderdelen hebben we overal kranen. En als iemand twee weken onderdeks zwaar werk heeft moeten verrichten, mag hij daarna weer een poos bovendeks in het zonnetje werken.” Carrière maken is volgens Veldstra best mogelijk. „Ik heb jongens opgeleid die nu in de directie zitten.”

Voor Nathan Bieren (15) is dat nog een paar stappen te ver. „Laat mij maar lassen, dat is pas mooi werk. Het lijkt net lava dat je met een soort pistool wegschiet. Het lijkt mij leuk om hier aan de slag te gaan.” Bergain Renejean (16) is geen potentiële werknemer voor de scheepswerf. „Ik wil automonteur worden. Maar ik vind het wel gaaf om hier eens rond te kijken.”