„Christengevangene Syrië slecht behandeld”
APELDOORN - In de gevangenis in Syrië krijgen christenen een aanmerkelijk slechtere behandeling dan moslims. Dat zegt de Syrische asielzoeker Butros (40), die in zijn vaderland tien jaar in detentie verbleef. Nadat zijn familie hem voor de tweede keer had vrijgekocht, vluchtte hij naar Nederland. „Ik heb veel pijn geleden, maar Jezus Christus heeft mij altijd geholpen.”
In zijn kamertje in een asielzoekerscentrum in het noorden van het land zet Butros -in werkelijkheid heet hij anders- koffie. Als Syrische ex-gedetineerde kan hij zich een voorstelling maken van wat vader en zoon Abdulahad meemaakten, die na uitzetting uit Nederland bijna zeven weken in een gevangenis in hun eigen land doorbrachten. Nadat er bijna 20.000 dollar voor hen was betaald, kwamen ze een week geleden vrij.Omdat Butros de Nederlandse taal nauwelijks beheerst, treedt een zus van hem - op als tolk. Als ze vooraf kort de hoofdlijn van het verhaal uiteenzet, begint ze halverwege te huilen. „Ik bid veel voor mijn broer”, zegt ze. „Hij heeft het heel erg moeilijk. De jaren in de gevangenis hebben hem kapot gemaakt.”
Butros groeide op in de Syrische hoofdstad Damascus. Vijftien jaar geleden werkte hij in de supermarkt van zijn ouders. Zijn oudste broer kon vanwege lichamelijke en psychische ziekte niet in militaire dienst en belandde daardoor in de gevangenis.
Enkele maanden na zijn detentie stierf hij. „Hij werd gedood”, zegt Butros. De autoriteiten zouden als doodsoorzaak eerst een ongeluk en later een ziekte hebben genoemd. Een medegevangene liet de familie jaren later weten dat Butros’ broer zou zijn omgekomen door mishandeling.
Toen Butros zelf zijn dienstplicht vervulde, liet hij zich meer dan eens kritisch uit over de islamitische partijen. De geheime dienst hield hem daarom in de gaten, ook na zijn diensttijd. In 1994 werd hij opgepakt. Een man die bij hem in de winkel whisky had gekocht, was later die dag vermoord. Butros werd als dader aangewezen. Ten onrechte, zegt hij stellig.
De rechter stelde volgens de Syrische asielzoeker niet met 100 procent zekerheid vast dat hij de dader was. Toch kreeg hij een gevangenisstraf van tien jaar opgelegd. Hij belandde in de Adara-gevangenis, niet ver van Damascus. „We zaten met honderd man in een celruimte. Als het heel vol was, waren er niet genoeg bedden en sliepen sommigen op de grond. Veel gevangenen raakten verslaafd aan drank en drugs, die door bewakers werden verkocht.”
Vooral in het begin werd Butros naar eigen zeggen mishandeld. „Ik werd uitgescholden en veel geslagen omdat ik christen was. Bewakers zeiden: We slaan je net zo lang tot je dood bent.”
De ex-gedetineerde doet zijn trui omhoog en wijst naar de zichtbare striemen die de mishandeling moeten bewijzen. „Ik heb veel pijn geleden, maar Jezus Christus heeft mij altijd geholpen. Hij maakte me sterk.”
Formeel mocht de rooms-katholieke gevangene in zijn Bijbel lezen, maar in de praktijk leverde dit regelmatig problemen op. „Het is gebeurd dat bewakers op mijn handen gingen staan, terwijl ik in de Bijbel las. Christenen worden in de gevangenis in Syrië veel slechter behandeld dan moslims. Er waren christengevangenen die daarom zeiden dat ze moslim werden. Uit pure angst voor wat er anders met hen kon gebeuren.”
Toen Butros tien jaar vast zat, mocht hij de gevangenis verlaten. Maar niet voordat zijn familie een afkoopsom van circa 13.000 euro op tafel legde. Zijn ouders verkochten hun winkel om dit bedrag te kunnen opbrengen. „Maar geld alleen is niet genoeg”, zegt Butros. „Mijn familie schakelde een advocaat in die goede contacten had met machtige mensen uit de regering. Anders was ik misschien niet vrijgekomen.”
De vreugde over Butros’ vrijlating was van korte duur. Hij moest zich regelmatig melden bij de politie. Om te onderstrepen dat hij onder controle stond, pakte die hem na een maand weer op en zette hem vast. Twintig dagen later kocht een familielid hem voor 1000 euro vrij.
Butros had zijn vluchtplan inmiddels klaar. „In de gevangenis adviseerde een Somaliër mij om via Turkije naar Europa te vluchten. Dat heb ik gedaan. Bijna twee jaar geleden heb ik in Nederland asiel aangevraagd.”
De toekomst ziet er voor Butros niet rooskleurig uit, nu zijn asielaanvraag in eerste instantie is afgewezen. Zijn advocaat stelde daartegen beroep in. De asielzoeker wacht de uitspraak daarover met spanning af. „Ik heb tien jaar in de gevangenis gezeten en ben nu 40. Eigenlijk heb ik geen toekomst. Maar ik hoop dat God mij verder een rustig leven wil geven.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik rond de politieke discussie over de positie van Syrische asielzoekers. Maandag deel 2: Syriëkenner dr. M. Leezenberg.