Texel herstelt historische ”tuunwallen”
OUDESCHILD - Ze heten ”tuunwallen” en ze zijn uniek. Hun geschiedenis gaat terug tot 1562. De circa 1 meter hoge aarden wallen, die weilanden van elkaar scheiden, vind je bijna nergens anders. In ieder geval niet in zulke grote aantallen als op Texel. „Er is nu zo’n 80 kilometer tuunwal nog in goede staat. Maar dat kan zeker het dubbele worden.”
Ooit waren de tuunwallen bedoeld als afscheiding voor akkers. Die moesten de Texelse boeren in 1562 aanleggen, op last van de Heeren van Holland. De reden: in Noord-Holland dreigde de voedselvoorziening in de knel te komen, door het verzakken van de laaggelegen veengrond. Die was daardoor niet meer bruikbaar voor akkerbouw. De hoger gelegen gronden op Texel vormden een goed alternatief. Tuunwallen moesten de akkers van de boeren van elkaar scheiden.Vandaag de dag vormen de soms honderden meters lange wallen, die als dijkjes door het landschap slingeren, een bijzonder landschapselement op het Waddeneiland. Nog geen kilometer vanaf de veerpont, die aan de zuidoostkant van het eiland aanmeert, zijn de eerste tuunwallen te zien in het landschap. Schapen, de diersoort waarvan vooral de Texelse wol vermaard is, grazen ertussen. De smalle, liefelijke weggetjes en de lichte glooiing in het landschap geven je het idee door Engeland te rijden.
„Begrijpelijk”, zegt Jaap Dirkmaat van Landschapswacht Nederland. „Engeland is het enige andere land waar je tuunwallen aantreft. Vooral in Cornwall zie je ze.”
Dirkmaat, woordvoerder van de Landschapswacht, is in zijn nopjes. Staande tussen de omgewoelde aarde en tientallen konijnenkeutels licht hij toe: „Het grootste aantal tuunwallen ter wereld ligt hier, waar we nu staan. Vandaag geven we het startsein voor het herstel ervan. Dat is hard nodig, want er zijn de afgelopen jaren kílometers tuunwal opgeruimd.”
Het herstellen van tuunwallen is niet ingewikkeld. Je stapelt plaggen op elkaar, dekt het goed af en klaar is Kees. Toch zijn er maar een paar bedrijven die zich eraan wagen, omdat het een niet veelvoorkomend werk is.
Theo Witte van het Texelse aannemingsbedrijf Tatenhove is expert, hij bouwt al zo’n veertig jaar tuunwallen. In het begin ging dat met de riek, een schep én spierkracht. Vandaag de dag helpt de techniek een handje. Een speciale aanpassing aan een graafmachine maakt dat met twee man in korte tijd een flinke tuunwal kan worden gebouwd. Witte: „Aan de graafmachine zit een soort schoffel. Die haalt een plag uit het weiland. De machine legt die op de tuunwal. Vervolgens ga je stapelen, het wordt een soort trappetje.”
Een goede tuunwal is aan de onderzijde ongeveer een meter breed. De hoogte is ook een meter. Witte: „De bovenste laag wordt afgedekt met dwarsgelegde plaggen. In de zomer moet er dan begroeiing gaan komen op de tuunwallen. Daardoor wordt de wal stevig.”
Met name het bijzondere karakter van de tuunwal maken deze omheiningen het bewaren waard. Tot die conclusie komen Marcel Drenth en Dick Drijver van de Vereniging voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer De Lieuw. Terwijl een graafmachine de ene plag na de andere uit de grond haalt en op de wal deponeert, leggen de mannen het belang uit van de natuurvriendelijke omheiningen. Drenth: „Ze hebben dezelfde functie als een afrastering, maar je haalt de ziel uit het aanzien van Texel als je hier alleen een hek zou plaatsen.”
Die ’ziel’ ging de achterliggende decennia hier en daar duidelijk verloren. Niet alleen op Texel, maar ook in de Kop van Overijssel, in het Gaasterland en op het vroegere eiland Wieringen sneuvelden tientallen tuunwallen, veelal door ruilverkaveling. Ook Texel bleef niet gespaard, al is er een veelvoud van het aantal tuunwallen aanwezig dat elders nog is te zien. Drijver: „We proberen de komende jaren tientallen kilometers te herstellen of te reconstrueren. Het grootste probleem is nog het geld. Per jaar hebben we 120.000 euro beschikbaar. Dat komt grotendeels uit de toeristenbelasting die de gemeente Texel heft en uit een bijdrage van de provincie. Om alles op orde te hebben is jaarlijks zo’n 350.000 euro nodig.”
Voor de zomer wil De Lieuw, in samenwerking met Landschapswacht en Landschap Noord-Holland, enkele honderden meters tuunwal herstellen. Drijver: „Je kunt tot medio april goed tuunwallen bouwen. Daarna wordt de grond te droog en lukt het niet meer. In oktober gaan we weer verder. We hopen dat ook in Den Haag het belang van dit project wordt onderkend, dan kunnen we het herstel van de wallen pas echt goed aanpakken.”