Geen groei economie door schoolopvang
DEN HAAG - Invoering van schoolopvang zal nauwelijks leiden tot economische groei.
Niet meer dan enkele duizenden moeders zullen de arbeidsmarkt op gaan, zo concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een studie die donderdag is verschenen.Het CPB verwacht wel dat veel ouders van de gelegenheid gebruik zullen maken als de school hun kind van ’s morgens halfacht tot ’s avond halfzeven kan opvangen. Dit is echter voor het grootste deel een vervanging van andere vormen van opvang, zoals van buren, opa’s en oma’s.
Volgens het CPB vindt slechts een klein deel van de ouders dat gebrek aan goedkope, betrouwbare opvang hun belet om (meer) te gaan werken. Het CPB baseert die conclusie op eerder onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
De Tweede Kamer aanvaardde in september vorig jaar een motie van voormalig VVD-fractievoorzitter Van Aartsen en PvdA-leider Bos die de schoolopvang mogelijk moet maken. De christelijke partijen stemden tegen. Ondertussen nam het kabinet de wens van de Kamer over.
Overigens is het verhogen van economische groei niet het eerste doel wat VVD en PvdA met realisatie van schoolopvang hopen te bereiken. Ze willen in de eerste plaats een eind maken aan „de aanzienlijke belasting” die de huidige situatie met zich meebrengt. Van Aartsen sprak over „gesjouw met kinderen” van de kinderopvang naar de school en omgekeerd.
Over de invoeringsdatum van de schoolopvang is nog geen helderheid. Kabinet en de Kamermeerderheid sturen aan op 2007. De Onderwijsraad pleitte enkele weken geleden voor drie jaar uitstel, maar de Kamermeerderheid voelt daar weinig voor.
De Onderwijsraad vindt niet dat een school de plicht moet krijgen de opvang te organiseren als één ouderpaar er om vraagt. Dat is wel de bedoeling van het kabinet. De Onderwijsraad vindt dat tenminste tien ouders om de opvang moeten vragen.