„Stervenszorg matig bij gehandicapten”
UTRECHT - Instellingen voor verstandelijk gehandicapten moeten meer visie ontwikkelen op het verlenen van terminale zorg. Artsen en leidinggevenden van deze instellingen doen hun best, maar een visie ontbreekt. De kwaliteit van de stervenszorg kan beter.
Het onderzoeksinstituut Nivel, de Universiteit Maastricht en het Gouverneur Kremers Centrum concluderen dat na onderzoek onder artsen, leidinggevenden en cliëntenraden waarvan de resultaten dinsdag zijn bekendgemaakt. Zij doen ook aanbevelingen, die zijn opgesteld met patiëntenorganisaties en andere geraadpleegde deskundigen.Artsen en leidinggevenden laten zich keer op keer verrassen door de noodzaak van extra aandacht en intensieve verzorging bij terminale zorg, aldus de onderzoekers. Ze maken overuren, stellen zich bloot aan een zware psychische belasting, maar komen voor hun gevoel toch tijd tekort.
Volgens de geraadpleegde experts kan een plan van aanpak daarin verandering brengen. Zo zou speciaal voor de terminale zorg een tijdelijk team kunnen worden opgezet, waarin ervaren medewerkers van elders uit de organisatie meedraaien. De specialistische lichamelijke verzorging zou moeten worden overgelaten aan verpleegkundigen die daarvoor zijn opgeleid.
Ook moeten instellingen voor verstandelijk gehandicapten meer en beter gebruikmaken van vrijwilligers. Bij het verlenen van terminale zorg zijn zij nog amper in beeld.
Instellingen moeten volgens het rapport goed overwegen of elke terminale bewoner moet worden verplaatst. Uitgangspunt moet zijn dat gehandicapten in hun vertrouwde woonomgeving kunnen sterven, aldus de onderzoekers. Ook vinden zij dat met gehandicapten tijdig over de dood moet worden gecommuniceerd. Te lang wachten, kan ertoe leiden dat niet meer is na te gaan wat de persoon wel of niet begrijpt.