„Meer rekening houden met schade overstromingen”
DEN HAAG - Bij negen gebieden in Nederland zijn de rivierdijken volgens de wettelijke norm hoog genoeg, maar feitelijk nog steeds te zwak. Dat stelt drs. C. J. J. Eijgenraam van het Centraal Planbureau in een discussiestuk dat hij aan het kabinet heeft aangeboden.
Dijken worden veilig geacht als de kans op een doorbraak niet groter dan eens in de 1250 jaar is. Maar hoe bereken je dat? „Het wordt eigenlijk helemaal niet berekend”, zegt Eijgenraam. „Het is een schatting. De enige berekening die er ooit gemaakt is, betrof de dijkring Holland. Dat gebeurde in de jaren vijftig, in het kader van de Deltawet.”De CPB-medewerker richt zich op een andere berekeningsmethode voor de dijkverzwaring. Daarbij kijkt hij niet alleen naar de geschatte overstromingskans, maar ook naar de schade die je bij een overstroming kunt verwachten. „De Dienst Weg- en Waterbouw heeft die schade voor elk gebied berekend. Ik zet dat bedrag af tegen de kosten van dijkverzwaring en probeer het totale bedrag zo laag mogelijk te houden. Goedkoper kan niet.”
Als deze methode wordt gevolgd, zal de overstromingskans per gebied verschillen en ook regelmatig moeten worden bijgesteld. Het kan volgens Eijgenraam betekenen dat een dijk verzwaard moet worden, omdat het risico op schade op dit moment te groot is. „Hoe dichter bevolkt en bebouwd, hoe hoger de eisen die je aan de dijken moet stellen. Bij de meeste dijkringen is de situatie in orde als het programma ”Ruimte voor de rivier” is uitgevoerd. In vier regio’s moet de norm iets omhoog. In vijf gebieden zou mijn berekening zelfs moeten leiden tot een veiligheidsnorm die meer dan twee keer zo hoog is: Kromme Rijn -met daarin de stad Utrecht-, Gelderse Vallei -met Amersfoort-, Zutphen, Salland -met Zwolle- en het Land van Maas en Waal.
Daar zijn echt drastische maatregelen nodig. Die worden echter niet genomen, omdat de dijken aan de wettelijke norm voldoen. Die norm moet dus worden veranderd. In Kromme Rijn en Gelderse Vallei is de schade bij een overstroming zo groot, dat de norm tussen de 20.000 en 30.000 jaar zou moeten liggen, in plaats van de huidige 1250 jaar. Er zijn ook polders waar de norm gemakkelijk omlaag kan: bij IJsselland en Gorssel ligt het efficiëntste veiligheidsniveau rond een overstromingskans van eens in de 400 jaar.”
Eijgenraams rapport is onderdeel van de discussie over de veiligheid van de dijken die het ministerie van Verkeer en Waterstaat in november startte.