Zaak Lucie de B. weer voor de rechter
DEN HAAG (ANP) - De zaak van de Haagse verpleegkundige Lucie de B. (44) komt opnieuw voor de rechter. De B. werd in juni 2004 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging, maar de Hoge Raad bepaalde dinsdagdat die strafcombinatie niet kan en verwees de zaak terug naar het hof in Amsterdam.
Zeven moorden op ziekenhuispatiënten heeft de verpleegkundige volgens het gerechtshof in Den Haag op haar geweten en drie moordpogingen. De rechters stellen dat ze haar slachtoffers maakte onder kleine kinderen en hoogbejaarden. De B. werkte tussen 1997 en 2001 in het Rode Kruisziekenhuis/Juliana Kinderziekenhuis, ziekenhuis Leyenburg en het ziekenhuis van de Scheveningse gevangenis.Hoe De B. te werk zou zijn gegaan, is nooit helemaal duidelijk geworden. Er zijn bijvoorbeeld geen vingerafdrukken en ook zijn er geen ooggetuigen. Ze diende haar slachtoffers grote hoeveelheden medicijnen toe, oordeelde het hof. De Haagse heeft steeds volgehouden dat ze onschuldig is.
Door die ontkenning is het gissen gebleven waarom ze de moorden zou hebben gepleegd. Psychologen en psychiaters hebben niet de conclusie kunnen trekken dat een psychische ziekte haar doen en laten heeft bepaald. Ze is dan ook volledig toerekeningsvatbaar verklaard.
Toch legde het hof behalve levenslang tbs met dwangverpleging op, een maatregel die normaal gesproken geesteszieke personen krijgen opgelegd. Mocht ze ooit gratie krijgen voor levenslang, dan gaat De B. door de tbs-behandeling tenminste niet onbehandeld de straat op, zo redeneerde het hof.
De Hoge Raad vindt dat echter niet kunnen. Levenslang is erop gericht iemand voor altijd uit de samenleving te verwijderen, terwijl tbs bedoeld is om veroordeelden weer zo goed mogelijk in de maatschappij te laten functioneren.
Ook had het hof geen voorschot mogen nemen op eventuele gratieverlening in de toekomst. Doordat de raadsheren van het hof daar nu al rekening mee hebben gehouden, heeft het hof „zich begeven op een terrein waarop het slechts bevoegd is te adviseren”, aldus de Hoge Raad.
Lucie de B. en haar advocaat A. Franken waren diep teleurgesteld door de uitspraak, omdat „de raad de veroordeling op zich terecht heeft geacht”, legde Franken uit. Het hof heeft volgens de Hoge Raad geen fouten gemaakt in de bewezenverklaring. De B. is volgens de advocaat vastbesloten ervoor te zorgen dat de waarheid boven tafel komt.
De raadsman beraadt zich op een herzieningsverzoek. Zo’n verzoek is mogelijk wanneer in een zaak nieuwe feiten aan het licht komen. Ook kan bijvoorbeeld een wetenschapper die ervan overtuigd is dat tijdens de rechtsgang ernstige fouten zijn gemaakt, zich wenden tot de commissie-Posthumus.
Franken is ervan overtuigd dat hij nieuwe feiten vindt in de onderzoeksresultaten van arts M. de Noo en wetenschapsfilosoof T. Derksen. „Ik weet alleen nog niet welke dat zijn en wanneer ik die ga aanbrengen.”
De Noo en Derksen vinden onder meer dat de conclusies van het gerechtshof in Den Haag slecht zijn onderbouwd. De moorden zijn in hun ogen wellicht onverklaarbare, maar natuurlijke sterfgevallen. De rechters van het hof waren vooringenomen, stellen de onderzoekers, en De B. is slachtoffer van zeer negatieve beeldvorming.