Binnenland

Slapen op straat bij min 10 geen pretje

ARNHEM - Tientallen vrienden verloor hij op straat. Een van hen kwam om in de vrieskou. „Hij wilde niet meer wakker worden.” Ex-dakloze Ron van Rheenen uit Nijmegen huivert. „Slapen in de openlucht bij min 10 is geen pretje.” Sinds gisteren is hij daklozenambassadeur.

14 March 2006 09:22Gewijzigd op 14 November 2020 03:33
„Het leven op straat voor een dakloze is hard. Zeker bij min 8, min 10 graden”, weet Ron van Rheenen uit ervaring. Gisteren is hij benoemd tot ”daklozenambassadeur”. De ex zwerver gaat informatieboekjes uitdelen aan dak en thuislozen om hen te wijzen op d
„Het leven op straat voor een dakloze is hard. Zeker bij min 8, min 10 graden”, weet Ron van Rheenen uit ervaring. Gisteren is hij benoemd tot ”daklozenambassadeur”. De ex zwerver gaat informatieboekjes uitdelen aan dak en thuislozen om hen te wijzen op d

Nederland telt tienduizenden daklozen. Niemand weet het exacte aantal, schattingen lopen behoorlijk uiteen. Op elke duizend inwoners in de provincie Gelderland heeft er minstens een geen dak boven zijn hoofd. Overdag bivakkerend op een bankje, ’s nachts slapend op straat. Of in het park.Gelderland steekt in drie jaar tijd 6 miljoen euro in de zorg van dak- en thuislozen. Het provinciebestuur probeert daarbij het beleid van de gemeenten beter op elkaar af te stemmen. „Op 1 januari 2007 mag niemand in de provincie nog onvrijwillig dakloos zijn”, zo luidt de ambitie in Arnhem. „Iemand die van straat wil, moet dit direct kunnen.” Speciale aandacht krijgen zwerfjongeren van 18 tot 25 jaar. Een doelgroep die vaak tussen wal en schip valt.

Een van de middelen om dit doel te bereiken is de inzet van een daklozenambassadeur. Deze vrijwilliger moet een brug vormen tussen de dak- en thuislozen, gemeente- en provinciebestuurders. Ex-dakloze Ron van Rheenen werd maandag officieel geïnstalleerd als ambassadeur. „Van het ene uiterste naar het andere. Best spannend.”

De komende zes maanden trekt de Nijmegenaar langs de acht grote steden van Gelderland om daklozen te wijzen op de beschikbare instellingen voor zorg en opvang. Ron deelt daarvoor boekjes uit met informatie over werk, huisvesting, schuldsanering, verslaving en dergelijke. Het kleine gele ”Straatkompas” past in de binnenzak van iedere dakloze.

Ron spreekt uit ervaring. Tien jaar lang heeft hij rondgezworven door Nederland. Van Groningen tot Den Haag, van Amsterdam tot Maastricht. „De meeste daklozen willen graag een gewoon leven leiden”, is zijn vaste overtuiging. „Ze weten alleen niet hoe.”

Ruim tien jaar geleden raakte Ron langzaam maar zeker het spoor in de maatschappij bijster. „Ik had geen structuur, ik had niet geleerd om mezelf te onderhouden, ik kon niet met geld omgaan. Op een gegeven moment vlucht je voor je problemen. Je ziet gevaar op je afkomen. Je kunt de huur niet betalen, je kunt geen eten kopen.”

Jarenlang gebruikte hij heroïne, later ging hij over op cocaïne. „Verschrikkelijk spul. Daar word je heel erg opgejaagd van.”

Aanvankelijk viel het best mee zonder onderdak. „Het boeit je in het begin niet. Je slaapt eerst bij vrienden. Dan eens hier, dan eens daar. De eerste nacht op straat is erg.” Ron kan zich zijn eerste overnachting in de openlucht nog vaag herinneren. „In Amsterdam. We sliepen in een half open huis, een kraakpand. Daarna is het snel bergafwaarts gegaan.”

Het leven op straat is hard. „Als je geld hebt, voel je je goed. Maar als je geld op is, wordt je verdrietig, eenzaam, hulpeloos. Je kunt je niet wassen, niet scheren, je voelt je vies. Iedereen kijkt je na. Heel droevig. Als je een keer geld had, was het meestal met anderhalve dag weer op.” Zijn verslaving slokte handenvol geld op. „Je moet gebruiken, hé?”

Een jaar geleden heeft Ron het roer omgegooid. „Ik heb gezegd: Nu moet het afgelopen zijn. Ik heb mezelf gemeld bij de opvang en me laten opnemen.” Van het Intramuraal Motivatie Centrum (IMC) in Nijmegen is Ron terechtgekomen bij de De Grift in Arnhem en volgt hij nu alweer een jaar resocialisatie in Nijmegen. Drie ochtenden in de week krijgt hij nog begeleiding. Zijn terugkeer lijkt te lukken. Trots: „Ik heb al een jaar geen terugval. Ik durf nu weer problemen aan te gaan.”

Ron doet het „klinisch kicken” in de eerste plaats voor zichzelf. Zijn grootste stimulans om door te gaan is echter zijn zoontje Sem van acht maanden. Op zijn hand prijkt een tatoeage. Een sierlijke slinger en… SEM. „Het gaat heel goed met ’m.”

Ron heeft de ambitie om dak- en thuislozen te helpen. Velen weten niet bij wie ze voor hulp moeten aankloppen. „Ze beschikken niet over de juiste informatie. Het maatschappelijk werk heeft dat wel, maar de daklozen zelf niet.”

De ex-dakloze is enthousiast. „Ik ga ervoor. Ik kan nog geen hamer vasthouden”, vertelt Ron. „Maar ik kan goed andere daklozen helpen. Want ik spreek uit ervaring. Ik weet als geen ander hoe moeilijk het is om eruit te komen. Ik gun iedereen een normaal leven. Nu heb ik weer gezelligheid, structuur. Ik vind het belangrijk om iets negatiefs om te zetten in iets positiefs. Kicken om zoiets te doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer