De 75–jarige Haitham Maleh verzet zich al veertig jaar geweldloos tegen de Wet op de Noodtoestand in Syrië. Hij maakt deel uit van een kleine groep mensenrechtenactivisten in Syrië die het aandurft om zich tegen het dictatoriale regime te keren. De advocaat heeft zeven jaar gevangen gezeten voor zijn opvattingen. Hij zet zich in voor onafhankelijke rechtspraak, is tegen de doodstraf en voor de vrijlating van politieke gevangenen.In een dankwoord dat door zijn zoon werd voorgelezen, vertelde Maleh dat hij al in 1967 voor het eerst een bezoek bracht aan Nederland. Sinds die tijd bezocht hij Europa vaak „voor een open dialoog met iedereen". Hij uitte zich kritisch tegenover de Verenigde Staten, dat „momenteel op eigen kracht besluiten neemt en die uitvoert, waarbij er geen enkel respect is voor de Verenigde naties, de internationale wetgeving of de Verklaring van de Rechten van de Mens".

Ook verwees hij naar de Deense cartoons over Mohammed. „Er was geen enkele rechtvaardiging voor de publicatie van deze karikaturen. Waarom is dat dan gebeurd?"

Ook minister Bot ging in zijn toespraak nog eens in op de spotprentenkwestie. Bot prees de moed, de verdraagzaamheid en het doorzettingsvermogen van Maleh.

De Stichting Geuzenverzet 1940–1945 reikt sinds 1987 jaarlijks een Geuzenpenning uit als eerbetoon aan personen of instellingen die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor de democratie of tegen dictatuur, discriminatie en racisme. Dit jaar gebeurt dat voor de twintigste keer. Eerder ontvingen de Duitse president Von Weizsäcker, de Anne Frank Stichting, de Tsjechische president Vaclav Havel, de ontvoerde Colombiaanse presidentskandidate Ingrid Betancourt en de International Campaign for Tibet de penning.