Allochtone vrouwen slecht opgeleid
DEN HAAG (ANP) – Van alle Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland tussen de 15 en 64 jaar heeft ongeveer twee derde maximaal basisonderwijs gekregen. Een groot deel van hen is nooit naar school geweest. Onder autochtone vrouwen is een op de tien slecht opgeleid. Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).
Bij Turkse en Marokkaanse vrouwen die zelfs geen basisschool hebben bezocht, gaat het vooral om huwelijksmigranten en vrouwen uit de eerste generatie. Ook onder veel Somalische en Afghaanse vrouwen is het aandeel analfabeten groot, aldus het SCP maandag. In Nederland wonen op dit moment 833.000 vrouwen uit niet–Westerse landen.Surinaamse en Antilliaanse vrouwen doen het relatief goed onder de allochtone bevolking. Van hen heeft minder dan een kwart slechts basisonderwijs genoten. Onder alle allochtonen geldt dat mannen uit dezelfde minderheidsgroep gemiddeld hoger zijn opgeleid dan de vrouwen. Het SCP spreekt daarom van een dubbele achterstand van allochtone vrouwen ten opzichte van enerzijds allochtone mannen en anderzijds de autochtone bevolking.
Ook jongere allochtone vrouwen blijven achter. Van de Turkse en Marokkaanse vrouwen tot 35 jaar beschikt ongeveer een derde over een startkwalificatie, oftewel een afgeronde mbo–opleiding op niveau 2 of een havo/vwo–diploma.
Surinaamse en Antilliaanse vrouwen doen het ook op jongere leeftijd beter. Zij hebben zelfs vaker een startkwalificatie dan mannen uit dezelfde groep, namelijk 60 procent tegen 51 procent. Voor autochtone vrouwen en mannen geldt hetzelfde percentage van ongeveer 80.
De laatste jaren tekent zich echter een kentering af, stelt SCP–onderzoeker A. Merens. „Allochtone meisjes zijn bezig aan een inhaalslag, het is een enorm snelle ontwikkeling". Zo slagen zij vaker dan de jongens voor hun eindexamen en verlaten zij minder vaak zonder diploma hun school. In het hoger onderwijs heben de meisjes hun achterstand ten opzichte van allochtone jongens zelfs omgezet in een voorsprong.
Minister De Geus van Sociale Zaken, die het SCP–rapport in ontvangst nam, wil sterk blijven inzetten op scholing. „Ik ben ervan overtuigd dat de ontsporing van een grote groep allochtone jongeren kan worden voorkomen als hun moeders wat meer in de samenleving zouden staan".
Niet alleen op het gebied van scholing kijken allochtone vrouwen aan tegen een achterstand. De groep heeft minder vaak een baan dan allochtone mannen en het gemiddelde van de Nederlandse bevolking, de vrouwen voelen zich minder gezond en nemen minder vaak deel aan het maatschappelijk leven. Op bijna alle gebieden scoren Turkse en Marokkaanse vrouwen en vrouwen uit nieuwe vluchtelinglanden als Afghanistan, Irak en Somalië slechter dan Surinaamse en Antilliaanse vrouwen.