„Kortere celstraf niet cadeau”
Gevangenen moeten in Nederland maar tweederde van hun straf uitzitten. Dat blijft zo, maar aan de automatische Vervroegde invrijheidsstelling (VI) moeten strenge voorwaarden worden gesteld.
Dat adviseert de commissie Herziening VI minister Korthals van Justitie, die zelf een voorstander van voorwaarden is.
Wie voortaan in het derde deel van de straf, wanneer hij dus weer op vrije voeten is, een ook maar enigszins vergelijkbaar delict pleegt, moet dat derde deel alsnog uitzitten. Daarbij wordt de straf voor het nieuwe delict opgeteld.
De commissie stelt verder voor vervroegd vrijgelatenen indien nodig te verplichten tot onthouding van drank, het mijden van bepaalde straten en het volgen van een arbeidstraining. Wie zich daar dan niet aan houdt, kan door de rechter naar het gevang worden teruggestuurd.
Voor deze overtreders zullen circa 200 cellen extra nodig zijn, schat de commissie.