Forse kritiek Rotterdam op stadscode
ROTTERDAM - De gemeenteraad van Rotterdam heeft donderdag de zogenoemde Rotterdamcode fors bekritiseerd. De code met zeven gedragsregels, die in januari tijdens een raadsvergadering buiten de raad om aan de pers werd gepresenteerd, is bij veel raadsleden in het verkeerde keelgat geschoten.
De burgerschapscode, waarin onder andere is bepaald dat men in het openbaar Nederlands moet spreken, kreeg veel aandacht toen minister Verdonk van Vreemdelingenzaken dat element publiekelijk omhelsde. GroenLinks noemde de code een uiting van geestelijke armoede. Het CDA vond het woord code een te zware term en zag dat liever veranderd in een maatschappelijk appel, gebaseerd op eerder vastgestelde regels. Een meerderheid van de raad steunde een CDA-motie waarin werd gesteld dat de code niet mag worden ingezet als beleidsinstrument, bijvoorbeeld voor het verstrekken van subsidies.De PvdA bedacht weer een andere naam: een burgerschapscharter, die gebaseerd moet zijn op de uitkomsten van de islamdebatten die in 2005 in Rotterdam plaatsvonden. De socialisten noemden de normstelling die van onderop moet komen een belangrijke voorwaarde om het sociale weefsel van Rotterdam te versterken. Ook dat werd door de gemeenteraad omhelsd.
ChristenUnie/SGP-fractievoorzitter A. Vlaardingerbroek nam in scherpe bewoordingen afstand van de burgerschapscode vanwege de liberaal-fundamentalistische hoek van waaruit deze afkomstig is. „Christelijke waarden en normen zouden niet mogen maar de VVD-normen en waarden wel”, aldus Vlaardingerbroek. „Kinderen moeten blijkbaar opgevoed worden met het oogmerk een vrije keuze te kunnen maken. Maar ik ken geen liberaal rotary bezoekend tennisgezin, dat bewust in een achterstandswijk gaat wonen en gaat participeren in de daar bestaande sociale netwerken en met de kinderen zowel synagogen, kerken als moskeeën bezoekt om zo de kinderen een vrije en weloverwogen keuze te laten maken.”
Volgens de ChristenUnie/SGP moet het in een burgerschapscode vooral gaan om inlevingsvermogen. Het zou moeten gaan om onderwerpen als: voordringen, asociaal weggedrag, vloeken en bewust kwetsen. „Ook in deze gemeenteraad ontbreekt dat inlevingsvermogen als ik kijk hoeveel er wordt gevloekt”, aldus Vlaardingerbroek. Hij vindt dat ouders de vrijheid moeten hebben zelf hun kinderen op te voeden, volgens eigen normen en waarden. „En dus niet dat de gemeente oplegt dat ik mijn kinderen moet leren te experimenteren met seksualiteit, los van duurzame relaties.”