Checklist voor betere bestrijding terrorisme
DEN HAAG (ANP) - Organisaties die zich bezighouden met de bestrijding van terrorisme werken aan een checklist om individuele radicaliseringsprocessen te kunnen herkennen.
Dat blijkt uit de dinsdag verschenen eerste editie van een handreiking om gemeenten te helpen bij het ontwikkelen van een lokaal beleid voor terrorismebestrijding.Aan terroristische activiteiten gaat vaak een radicaliseringsproces vooraf. Het is zaak dat in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren om daadwerkelijke radicalisering en daarmee mogelijke aanslagen te voorkomen.
Veranderingen in uitingen en gedrag kunnen er soms op duiden dat iemand radicaliseert. Bestuursdiensten van de grote steden, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), de inlichtingendienst AIVD en de politiekorpsen brengen momenteel indicatoren in kaart die kunnen helpen bij het herkennen van die processen.
Het gebruik daarvan is volgens de handreiking niet onomstreden. Het verspreiden van lijstjes met indicatoren kan leiden tot „misclassificatie en stigmatisering.” Organisaties moeten dergelijke indicatoren daarom gebruiken als onderdeel van een bredere aanpak om radicalisering te onderkennen.
De NCTb, die de handreiking heeft uitgegeven, adviseert gemeenten verder te overwegen een intern meldpunt op te richten of een informatiecoördinator aan te stellen om alle binnenkomende signalen over radicalisering te analyseren en deze met elkaar in verband te brengen. Volgens de NCTb is in Nederland de terroristische dreiging uit radicaal-islamitische hoek momenteel het grootst.
Als gemeenten te maken krijgen met een (bom)aanslag, gijzeling, kaping of bezetting, kunnen ze de handreiking gebruiken als checklist om te kijken wat ze moeten doen of juist moeten laten en wie precies waar verantwoordelijk voor is. Zo kan het zoeken naar sporen en het veiligstellen van bewijsmateriaal op de plaats van de aanslag op gespannen voet staan met de pogingen van hulpverleners om mensenlevens te redden. Dat laatste gaat echter voor.
Wel moeten hulpverleners voorkomen dat zij onnodig waardevolle sporen of bewijsmateriaal uitwissen. Ze mogen daarom geen wrakstukken, onderdelen en lichaamsresten verplaatsen, tenzij dit noodzakelijk is.
De handreiking werd in Den Haag gepresenteerd tijdens een symposium over terrorismebestrijding op lokaal niveau.