Filipijnse president roept noodtoestand uit
MANILLA - De Filipijnse president Gloria Macapagal Arroyo heeft vrijdag de noodtoestand uitgeroepen. Zij zei dat een plan om een staatsgreep te plegen is verijdeld, maar dat er nog „duidelijk gevaar” dreigt.
In Manilla braken rellen uit tussen de politie en ongeveer 5000 betogers die een samenscholingsverbod negeerden bij een monument ter nagedachtenis aan de volksopstand van twintig jaar geleden tegen de toenmalige dictator Ferdinand Marcos. Er vielen gewonden en de politie verrichtte verscheidene arrestaties.Het Filipijnse leger kondigde in en rond de hoofdstad Manilla verscherpte veiligheidsmaatregelen af. De wegen naar het presidentieel paleis werden geblokkeerd met scheepscontainers en rond de stad werden controleposten opgezet. Ook de eigen kampen van het leger werden gebarricadeerd om te verhinderen dat militairen zich bij de demonstraties zouden aansluiten.
Arroyo is bang dat haar tegenstanders de herdenking van de volksopstand tegen Marcos zullen gebruiken om krachten te mobiliseren tegen haar. Zij zei dat een aantal officieren een muiterij wilde beginnen om een staatsgreep te plegen. Die plannen zijn gedwarsboomd, maar het gevaar is nog niet geweken, zei Arroyo.
Arroyo ging niet zo ver de staat van beleg uit te roepen; Marcos gebruikte die toestand om per decreet te regeren. Haar stafchef Mike Defensor zei dat er geen uitgaansverbod komt, maar dat alle samenscholingen zijn verboden en dat arrestatiebevoegdheden zijn verruimd. Voorts mag de president het leger opdragen de orde te handhaven en mag zij instellingen die van belang zijn voor de nationale veiligheid -zoals de staatsmedia- onder haar gezag plaatsen.
Medewerkers van Arroyo brachten onder meer de voormalige president Joseph Estrada in verband met de geplande coup. Estrada wuifde de beschuldigingen weg door te zeggen dat hij de middelen niet heeft om een coup te financieren, aangezien hij de laatste vijf jaar onder huisarrest staat en werkloos is.
Ex-president Corazon Aquino, een vroegere bondgenote van Arroyo, hekelde de president en riep haar op tot aftreden. Ook Roilo Golez, de vroegere veiligheidsadviseur van Arroyo, waarschuwde dat de toestand uit de hand kan lopen.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei de situatie in de Filipijnen nauwlettend te volgen. Woordvoerster Janelle Hironimus sprak steun uit voor een grondwettelijk bestuur en zei dat geweld moet worden vermeden.
Militaire leiders zeiden zich achter Arroyo te scharen. Stafchef Generoso Senga meldde de arrestatie van een brigadegeneraal. Ook meldde hij dat het gevaar was teruggebracht, maar nog niet voorbij was.