Dat geeft parlement en regering in Washington ademruimte voor een politiek compromis voor de confrontatie over de al dan niet vermeende veiligheidsrisico’s voor Amerikaanse havens die bij de overeenkomst betrokken zouden zijn. P&O beheert een aantal belangrijke vrachtpieren in vijf prominente Amerikaanse havencomplexen (New York/New Jersey, Philadelphia, Baltimore, Miami en New Orleans). P&O wordt binnenkort overgenomen door DPW, dat eigendom is van de overheid van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Enkele Democratische politici trokken vorige week aan de bel en zeiden het onaanvaardbaar te vinden dat de veiligheid van belangrijke Amerikaanse havens „uitbesteed” zou worden aan een Arabische overheid met een twijfelachtige reputatie op het gebied van terreurbestrijding.Senator Charles Schumer uit New York benadrukte dat twee van de vliegtuigkapers van de septemberaanslagen uit de VAE kwamen, dat een deel van het geld voor deze aanslagen via VAE-banken naar Amerika gesluisd was en dat de VAE een rol hebben gespeeld bij de illegale export van nucleair materiaal en nucleaire knowhow van Pakistan naar Iran, Libië en Noord-Korea. Enkele prominente Republikeinse politici dreigden met wetgeving om de overeenkomst voorlopig uit te stellen, hetgeen een tegendreiging van hun partijgenoot president Bush uitlokte om dat soort wetgeving met zijn veto te blokkeren.

Donderdag kalmeerden de gemoederen en liet het Witte Huis weten dat de president eventueel akkoord gaat met een uitstel van de overname „om het parlement de tijd te geven zich nader te verdiepen in de details van deze zaak.” Dat houdt volgens de regering ook in dat het de parlementariërs duidelijk wordt dat P&O onder nieuwe Arabische leiding niet de „veiligheid” van Amerikaanse havens „overneemt.” „De veiligheid van al onze havens is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de kustwacht, van de douane en van onze grenswacht en daar verandert niets aan, ook al komt er enige verandering in het management van een aantal pieren in verschillende havens”, aldus plaatsvervangend minister van Defensie Gordon England donderdag.

Intussen wijzen economische waarnemers erop dat de overname van P&O door DPW 30 grote pieren of terminals omvat in achttien landen. De overname van een aantal Amerikaanse terminals vertegenwoordigt slechts 10 procent van deze miljardenovereenkomst ter waarde van 6,8 miljard dollar. „De Amerikanen hebben blijkbaar zitten slapen en zij maken nu op het allerlaatste moment een hoop lawaai; dat kan de globale overname van P&O door DPW misschien vertragen maar niet meer tegenhouden”, aldus hoogleraar (economie) Steb Hipple van de Transatlantic Business School Alliance (Tabsa) in Londen.