Bovendien worden de kinderen hier soms jarenlang gebruikt als een soort slaaf, waarna ze weer gedumpt worden in hun thuisland als ze niet meer nodig of te oud zijn. Vervolgens halen de Somaliërs nieuwe kinderen uit het Afrikaanse land, vaak met identiteitspapieren die niet van hen zijn.Dat bleek donderdag tijdens een spoeddebat met de ministers Bot (Buitenlandse Zaken), Verdonk (Vreemdelingenzaken) en Donner (Justitie). De fracties zijn bezorgd over de „afgrijselijke en schrijnende situatie” van de slachtoffertjes. In Nederland wordt misbruik van hen gemaakt en eenmaal terug in Somalië, hebben ze ook vaak niets. De Kamer drong aan op maatregelen om deze situatie tegen te gaan en de daders te bestraffen. Ook de ministers toonden zich bezorgd, als de berichten hierover kloppen. Dat wordt nu onderzocht.

Tweede Kamerlid Huizinga (ChristenUnie) verweet vooral minister Bot dat het voor de slachtoffertjes moeilijk is om hun verhaal te doen bij de ambassade. Ze krijgen daar geen toegang omdat ze geen identiteitspapieren hebben. Zij wil dat Bot daarvoor een richtlijn uitvaardigt om dit soort situaties beter te ondervangen.

Bot wil vooralsnog geen nieuwe richtlijn maar zegde toe dat hij de Nederlandse ambassades in Afrika opnieuw instructies zal geven om extra aandacht te geven aan kinderen die daar aankloppen. Zij moeten hun verhaal kunnen doen. Verdonk wilde niet toezeggen dat deze slachtoffers automatisch een verblijfsvergunning voor Nederland krijgen. Hun omstandigheden worden altijd individueel getoetst.

Het is niet bekend om hoeveel slachtoffers het gaat. Het kabinet zal in maart met meer informatie komen, zegden de ministers toe.