De officier van justitie eiste vrijdag voor de rechtbank in Amsterdam drie jaar celstraf tegen de 32-jarige S. H. uit de hoofdstad voor verduistering in dienstbetrekking.

Het geld moet hij aan zijn voormalige werkgever terugbetalen. Zo niet, dan moet H. nog eens vijftig maanden zitten, als het aan de officier ligt. H. spreekt de beschuldigingen tegen.

De Nederlandsche Bank (DNB) ontdekte in november 2000 dat uit het zogeheten overvalpakket 500 biljetten van 1000 gulden waren verdwenen. Het geld in het pakket staat geregistreerd en wordt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld bij een ontvoering, uitgegeven. Bij controle van het overvalpakket stuitte DNB op het gat.

De interne beveiliging van DNB begon een onderzoek. Op de videobeelden zagen zij dat H. zich op 9 februari 2000 verdacht bij de overvalpakketten ophield. Hij vestigde die dag verder de aandacht op zich door een bijzonder lange lunchpauze en doordat hij opmerkelijk zweette. Twee dagen later was hij ziek. Toen hij naar de bedrijfsarts moest, liet hij DNB weten ontslag te nemen als ze hem niet geloofden.

H. vertrok naar Suriname. Naar eigen zeggen wegens gezondheidsproblemen. Door baden in Suriname zou hij opknappen. Begin dit jaar keerde hij terug naar Nederland. H. werd vrijwel meteen gearresteerd voor de verduistering.

Van de 500 gestolen biljetten zijn er inmiddels 447 terug bij DNB. Het is gebruikelijk dat de 1000-guldenbiljetten weer bij DNB worden ingeleverd. De bank kan niet nagaan waar het geld is uitgegeven. Ook de officier van justitie lukte het niet om uit te vinden of H. na zijn vertrek bij DNB in Nederland of Suriname een opvallend bestedingspatroon had.

De 447 biljetten kwamen bijna twee weken na H.’s vertrek tot in december 2001, vlak voor de invoering van de euro, terug bij DNB. De overige 53 biljetten zijn nog zoek.

De rechtbank doet op 12 juli uitspraak.