Anders dan vroeger, die indruk overheerste woensdagmorgen tijdens het bezoek van premier Balkenende aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Begin november bezocht staatssecretaris Rutte van Onderwijs de CHE, woensdagmorgen kwam de minister-president zelf.Handig omzeilt hij de vraag naar het niveau van de huidige pabostudent. „Het gaat er vooral om dat de studenten gemotiveerd zijn. Als een leerkracht echt betrokken is, straalt dat af op zijn leerlingen. Onderwijs is vorming en veel meer dan het klaarstomen voor de arbeidsmarkt.”

Opleiden in de school is een van de nieuwe onderwijsvormen: pabostudenten die een groot deel van hun opleiding binnen de basisschool ontvangen. „Daar steken ze veel meer van op dan zoals het vroeger ging: een lesje geven en dan de klas weer uit”, zeggen zowel de studenten als hun coaches. Bijkomend voordeel volgens de coaches: „Niet alleen de studenten leren ervan, maar wij ook. Ze komen soms met ideeën waarvan wij zeggen: Tjonge, daar zouden we nooit op gekomen zijn.”

Balkenende kent het systeem uit de klas van zijn dochtertje. „Daar is meester Gérard. Ze beschouwt hem helemaal niet als student, maar echt als haar leerkracht.”

Zelf stond de premier ooit ook voor de klas. Op een school in het Amsterdamse Buitenveldert deed hij het praktijkdeel voor zijn onderwijsbevoegdheid geschiedenis. „Brugklassers moest ik vertellen over de Grieken en Romeinen. Mensen, hoe breng je dat toch over? Ik heb een boer Mario verzonnen, 100 kilometer ten zuiden van Rome. De vijand rukt op…” (Balkenendes stem stijgt naar vertelvolume.) „Waar moet Mario naartoe? Ja, naar Rome natuurlijk!”

Nog iets wat anders is: de internationale contacten. De minister-president was onlangs in Suriname. „Na een drukke vergaderdag besloten we de afstand naar het hotel lopend af te leggen. Wie kwam ik tegen? Tientallen pabostudenten uit Nederland.” Ook de CHE breidt zijn contacten in het buitenland uit. Onder meer in Suriname.

De hogeschool heeft ook contact met de Antillen. Balkenende vertelt over zijn bezoek aan de eilanden, met zijn dochtertje. „Eergisteren kreeg ze een brief van de school die we bezochten, met de namen van alle 200 leerlingen erop.”

In de nieuwe onderwijswerkplaats wandelt de premier van het ene groepje naar het andere om te zien hoe ze onderzoeken uitwerken en lessen voorbereiden. Onderweg door de schoolgangen -tussen een wand aan fotograferende mobieltjes door- wordt de bewindsman opeens tegengehouden door twee verslaggevertjes van een kinderpersbureau. Ze overhandigen een krant. En krijgen een uitnodiging voor de wekelijkse persconferentie.

Balkenende spreekt met de docenten, met de studenten vooral ook. Het programma stuwt hem sneller voort dan hij wil. „Ik voel me hier thuis. Zo’n bezoek als dit is een pareltje in mijn bestaan.”