„Gasprijs biedt graankachel kansen”
GRONINGEN - Geen peperdure kubieke meters gas verstoken, maar kilo’s graan. Als het aan Pieter Sikkema ligt, is dat straks de normaalste zaak van de wereld. „Stoken op graan is de helft goedkoper dan stoken op gas. Bovendien zal de gasprijs de komende jaren alleen maar verder stijgen.”
Sikkema is graanspecialist bij Jansen & Heuning, een bedrijf dat installaties ontwerpt en bouwt voor het transport van bulkgoed. „Graan, grind, zand, gips: onder bulkgoed valt eigenlijk alles wat je op een hoop kunt gooien”, licht de Groninger toe.De firma introduceerde vorig jaar een kachel op de Nederlandse markt die met puur graan water verwarmt en dat vervolgens door normale cv-leidingen pompt. Het bedrijf ziet de graankachel als een geduchte concurrent voor de gasgestookte cv-ketel waarmee de doorsnee particulier zijn huis verwarmt. Sikkema: „In Denemarken, waar de ketel vandaan komt, is stoken op alternatieve energiebronnen als graan en hout gemeengoed. In Nederland zijn we tot nu toe verwend geweest met onze enorme gasvoorraad. Maar ook die is eindig.”
Volgens Sikkema levert het in brand steken van 2 kilo graan evenveel energie op als het verstoken van een kubieke meter aardgas. „Graan is bovendien voordeliger. Voor een kuub gas tel je al gauw 50 cent neer, 2 kilo graan is ruim de helft goedkoper.” Het rendement van de graankachel is met 93 procent nagenoeg gelijk zijn aan dat van een gemiddelde cv-ketel, stelt Sikkema. „Het apparaat warmt water op tot maximaal 110 graden.”
Hoewel de kachel door zijn hoge aanschafprijs (vanaf 10.000 euro voor een complete installatie) vooral interessant is voor agrariërs die naast een woning ook hun stallen moeten verwarmen, mikt Jansen & Heuning nadrukkelijk ook op huishoudens. Sikkema: „Je moet er jaarlijks wel zo’n 4000 à 5000 kuub gas doorheen jagen wil het veranderen van ketel rendabel zijn.” De Groninger ziet daarom vooral perspectief in grootschaliger toepassingen als blokverwarming voor een flat of appartementencomplex. „De grootste uitvoering kan met gemak honderd woningen warm stoken.”
De graankachel, die financieel gezien een flinke besparing kan opleveren, vergt wel wat meer onderhoud dan een doorsnee cv-ketel, licht Sikkema toe. „Er is niets makkelijker dan een ketel op gas. Een graankachel moet je regelmatig te eten geven, de as moet af en toe worden afgevoerd en het binnenwerk behoeft elk kwartaal een grondige reinigings- en smeerbeurt. Je moet er echt een beetje lol in hebben.” Continu graan scheppen is echter niet nodig, verzekert Sikkema. „De kleinste voorraadbak is 500 liter, daar kun je een gemiddeld huis ’s winters zeker een week mee verwarmen.”
De kachel is de eerste in Nederland die graan optimaal verbrandt, meent Sikkema. „Er zijn wel kachels op de markt die primair voor houtbrokjes zijn bedoeld en daarnaast ook graan kúnnen branden, maar alleen ons model doet dit optimaal. Dat komt doordat het de enige kachel is met een bewegende verbrandingsbodem die het graan continu in beweging houdt. Heel belangrijk, want graan krijg je niet een-twee-drie met een lucifertje in de fik.”
Mensen die rillen bij de gedachte aan het verbranden van voedsel (puur graan) in een kachel, kan Sikkema geruststellen. „Een akkerbouwer is al jarenlang wettelijk verplicht om minstens 10 procent van zijn areaal te gebruiken voor teelt die niet mag worden verwerkt in de voedingsindustrie. Lange tijd mocht alleen koolzaad als non-foodgewas worden gebruikt, maar sinds afgelopen herfst is ook de teelt van graan toegestaan.”
Het bedrijf lijkt met de introductie van de graankachel het tij mee te hebben; wereldwijd speuren overheden naarstig naar alternatieve vormen van energieopwekking. Bovendien is gas de laatste jaren in rap tempo duurder geworden. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek steeg de gasprijs in 2005 met 8,5 procent, na een toename met 15,5 procent in het voorgaande jaar. Sikkema verwacht dat die prijs de komende jaren nog verder zal stijgen. „In mijn optiek is de landbouwsector de energieleverancier van de toekomst.”
Ondanks de opkomst van biomassa zal opwekking uit alternatieve bronnen de mondiale honger naar energie nooit kunnen stillen, weet Sikkema. „Al bezaaien we de hele wereld met grondstoffen voor biomassa, dan is dat nog niet genoeg. Bovendien hebben we dan niks meer te eten.”